Geven van wat je ontvangen hebt
Met Kerst herdachten en vierden we wat wij van God kregen. Rond de jaarwisseling denken we ook aan wat God ons allemaal gaf in een achterliggend jaar. Maar wat gaven en geven wij?
Heel vaak wordt er om een gift gevraagd. Acceptgiro’s van goede doelen stromen door de brievenbus. Collectanten bellen aan. In de media stuit je op reclames voor goede doelen en thuis zijn er bedeltelefoontjes en verkooptypes aan je deur die aandringen op automatische stortingen. Dan heb ik het nog niet over de collecte in de kerk.
Hoe gaan we hiermee om? Negen van de tien Nederlanders trekken hun beurs soms voor een gift. Vier van de negen denken erover dat in te dammen. Alle goede doelen ten spijt. Hoe gaan we goed met geven om? Het is belangrijk om hierin bewust te handelen. Trouwens, dat geldt ook voor het al of niet oprichten van een nieuw goed doel. Kun je de mensen om geld vragen voor weer een nieuw doel? De kans is groot dat andere goede doelen daaronder gaan lijden.
Bedenk wat je missen kunt. Schuldhulpverleners schijnen paf te staan van bedragen die probleemschuldenaren automatisch aan goede doelen gireren. Goedheid heeft grenzen.
Denk na welke doelen u echt graag wilt steunen. Maak een selectie. Maakt het dan uit of we een christelijke instantie steunen of een niet-christelijke, aan kerkenwerk geven of aan niet aan een kerk gebonden organisaties? Dat lijkt me wel. Al is het Koninkrijk van God groter dan de kerk, de kerk neemt daarin een heel belangrijke plaats in. Heb oog voor werk dat de kerk plaatselijk, provinciaal en landelijk doet en ondersteun dat zeker.
Veel christelijke gemeenten vragen via de actie Kerkbalans de komende weken van gemeenteleden een toezegging voor financiële bijdragen voor werk in de plaatselijke gemeente het komende jaar. Laat dit een geestelijke zaak zijn. Wat kunnen en willen wij geven? Vul de formulieren bewust in.
Bedenk daarbij dat collecteopbrengsten in de kerkdiensten in veel christelijke gemeenten lager worden. Dat heeft verschillende redenen. In nogal wat gemeenten wordt de tweede dienst minder goed bezocht. In heel wat gemeenten ’s morgens ook vergeleken met jaren terug. Veel mensen hebben, omdat er vrijwel overal gepind kan worden, minder groot geld op zak. In het verleden hadden ze dat en deden dat, aangeraakt door de dienst, vervolgens in de collectezak. Goed om hieraan te denken bij het overmaken van giften via bank of giro. Wat nu niet in de collectezak gaat kan op die wijze gegeven worden.
Door de economische crisis zitten heel wat Nederlanders krapper bij kas en geven dus mogelijk minder. Dan zou het fijn zijn als mensen die wel kunnen geven, dat zeker doen. Misschien zelfs meer geven dan ze gewend waren.
Vandaag de dag is er ook een ontwikkeling dat vermogende christenen met grote giften werk in Gods Koninkrijk ondersteunen. Mooi dat dit kan en gebeurt. Het is voor beide partijen zoeken naar het goede evenwicht tussen betrokkenheid van de gever en verantwoordelijkheid bij de organisatie die het ontvangt.
Mooi is ook dat nogal wat mensen goede doelen in hun testament opnemen. Kerken en organisaties kunnen met ontvangen legaten werk voortzetten, ook in tijden dat levenden minder kunnen geven.
Als het om geven gaat, realiseer ik me dat velen daadwerkelijk tijd geven. Indrukwekkende voorbeelden zijn daarvan. Zeker onder gepensioneerden. Ook van vrouwen die nooit een baan namen. Velen van hen hebben zich jarenlang vrijwillig vele uren per week ingezet voor Gods Koninkrijk. Ze wonen niet ruim. Ze werkten wel, maar ontvingen daarvoor geen loon. Het was alles pro Deo.
Het ligt voor de hand dat er in een economische crisis minder gegeven wordt. Zo’n crisis kan echter ook de ogen openen voor waar het werkelijk om gaat en op aankomt. In het verleden is het voorgekomen dat christelijke organisatie in slechte economische tijden nauwelijks te lijden hadden onder dalende inkomsten.
Laten we vooral zien op wat God gaf en geeft. Wij leven van en voor meer dan brood alleen!
De auteur is hervormd predikant te Reeuwijk. Reageren? nietbijbroodalleen@refdag.nl