Ster fruitventer Buazizi nog niet gedoofd
tekst Martin Janssen
De balans van de Arabische lente, twee jaar na het begin ervan in Tunesië, valt vooral negatief uit. Rivaliteit en wanorde beheersen het Midden-Oosten. Een lichtpuntje is echter dat de Arabische volken hun verlammende angst voor de autoriteiten hebben verloren.
De adventstijd symboliseert de diep menselijke verlangens naar licht en hoop op een betere toekomst, maar de geschiedenis leert ons dat het licht van de ster uit het oosten werd gevolgd door een bloedige kindermoord in Bethlehem. Dit alles speelde zich 2000 jaar geleden af in het Midden-Oosten en nu het jaar 2012 zijn voltooiing nadert, lijken nergens ter wereld de contrasten tussen vurige hoop en diepe wanhoop meer voelbaar dan in ditzelfde Midden-Oosten.
Het is deze maand precies twee jaar geleden dat Mohammed Buazizi, een jonge fruitventer die het laatste sprankje hoop op een betere toekomst verloren had, zichzelf in brand stak. Het gebeurde in het Tunesische plaatsje Sidi Buzid, dat zo onbetekenend was dat het op de meeste kaarten eenvoudigweg ontbreekt. In de gehele Arabische wereld konden ontelbare jongeren zich identificeren met het trieste levensverhaal van Mohammed Buazizi, die hun held en martelaar werd.
Armoede en werkloosheid tekenden hun leven en de totaal verstarde politieke systemen met hun corruptie en willekeur leken ieder initiatief of alternatief te smoren. Voor miljoenen ontgoochelde en gefrustreerde Arabische jongeren leek er een ster te zijn opgegaan in Sidi Buzid en de Arabische revolutie was geboren, die werd gevoerd in naam van meer economische en sociale rechtvaardigheid.
Wanorde
Op de drempel van het nieuwe jaar 2013 blijkt er van al dit optimisme en deze hoop weinig meer over en op vele plaatsen lijkt deze revolutie gedrenkt te worden in haar eigen bloed. Snel oplopende politieke spanningen, maatschappelijke chaos en soms zelfs totale destructie bepalen veelal het beeld. Overal woedt een politieke machtstrijd en worden oude sektarische en tribale rekeningen vereffend, waarbij allerlei internationale krachten vechten om invloedssferen. Oude autocratische machthebbers zijn verdwenen, maar hun opvolgers die op de golven van protesten aan de macht kwamen, lijken zich te ontpoppen als merkwaardige kopieën van hun afgedankte voorgangers.
Het aloude conflict tussen soennieten en sjiieten, dat door de eeuwen heen reeds vele bloedige episodes kende, is weer in alle hevigheid opgelaaid en van Bahrein tot Libanon eroderen de religieuze passies de fundamenten van vaak toch al wankele staten. Libië, Jemen en Syrië stevenen af op totale desintegratie, waarbij vooral de Syrische oorlog steeds meer het beeld heeft aangenomen van een nieuwe koude oorlog. Het Syrische conflict, waarvan het einde nog lang niet in zicht is, heeft nu reeds verstrekkende regionale consequenties maar zal op langere termijn tevens de internationale machtsverhoudingen wijzigen.
Een nieuw Midden-Oosten wordt geboren, maar de barensweeën zijn hevig en de angstige vraag is of het nieuwgeboren kindje levend en wel ter wereld zal komen. De contouren van dit nieuwe Midden-Oosten zijn nog in nevelen gehuld en dit mede door de vreemde politieke allianties die zijn gesmeed. Het theocratische Iran verdedigt het seculiere Syrië terwijl het Westen al zijn kaarten lijkt te hebben gezet op Turkije en Qatar, die zich momenteel beide presenteren als de vurigste verdedigers van de Palestijnse Hamas, die Israël wenst te vernietigen.
Turkije, dat steeds verder wegzinkt in het Syrische moeras, is in Irak een strategisch bondgenootschap aangegaan met de Koerden, in de hoop hiermee de door sjiieten gedomineerde regering in Bagdad te ondermijnen. In eigen land echter probeert Turkije alle Koerdische aspiraties desnoods met geweld neer te slaan, terwijl de Koerdische provincies in Syrië zich als gevolg van de Turkse inmenging steeds meer ontwikkelen als autonome gebieden, waarmee een oude Turkse nachtmerrie werkelijkheid wordt.
Iran
De relaties tussen het Westen en de ondemocratische Arabische golfstaten gaan terug tot de periode van de Koude Oorlog. Het cement van deze alliantie was de gedeelde vrees voor het communisme, dat in de Arabische regio werd vertegenwoordigd door het socialistische Arabische nationalisme. Met goedkeuring van het Westen begonnen Arabische regimes islamitische radicalen te gebruiken om overal in de Arabische wereld nationalistische regimes te verzwakken.
Deze politiek bereikte na 1979 een climax in Afghanistan toen de Arabische golfstaten en het Westen in hun strijd tegen de Sovjet-Unie de meest radicale salafisten en jihadisten inzetten als een voorhoede die voor het gemak werd bestempeld als vrijheidsstrijders. De oude angst van eertijds voor het communisme heeft thans plaatsgemaakt voor een diepgewortelde vrees voor een toekomstig nucleair Iran. In het ten val brengen van het Syrische regime zien vooral de Arabische golfstaten een doeltreffend middel om aartsvijand Iran een gevoelige klap toe te brengen. En om deze doelstelling te bereiken wordt wederom het oude Afghaanse recept beproefd.
De meest radicale islamitische elementen worden momenteel ingezet om een regimeverandering in Damascus te bewerkstelligen, ongeacht de materiële en menselijke kosten. Bij de laatste bijeenkomst van de ”Vrienden van Syrië” in het Marokkaanse Marrakech stond vooral de aan al-Qaida gelieerde beweging Jabhat al-Nusr centraal, die thans met circa 10.000 strijders de meest effectieve groepering is op Syrisch grondgebied.
Aan de vooravond van de bijeenkomst in Marrakech hadden de Verenigde Staten laten weten Jabhat al-Nusr te hebben geplaatst op de lijst van terroristische organisaties, wat de woede opwekte van de Syrische Nationale Alliantie en de Syrische moslimbroeders omdat dit besluit van de VS het regime van president Assad legitimiteit zou geven. En is niet de vijand (Jabhat al-Nusr) van mijn vijand (het Syrische regime) mijn vriend?
Moslimbroeders
Van Tunesië tot Jemen zijn als eerste resultaat van de Arabische revolutie de moslimbroeders aan de macht geholpen, wat hen in zekere zin in een weinig benijdenswaardige positie plaatste. De moslimbroeders beogen een geleidelijke islamisering van hun samenlevingen, maar worden bij de realisering van deze doelstelling nu gehinderd door de seculiere en liberale krachten ter linkerzijde en de salafisten aan hun rechterzijde.
Het doen van te veel seculier water bij de religieuze wijn levert hun de woede op van de salafisten, terwijl deze verwaterde wijn de seculiere krachten al veel te ver gaat. In dit spanningsveld lijkt zich een oud scenario te herhalen waarbij slechts de pionnen op het schaakbord een andere naam hebben gekregen.
De oude autoritaire Arabische regimes gebruikten steeds de westerse beduchtheid voor politieke islamisten om zich van westerse steun te verzekeren. De Egyptische oud-president Hosni Mubarak leek redelijk en gematigd vergeleken met de moslimbroeders die hij bij tijd en wijle in groten getale interneerde in gevangenissen die vaak op strafkampen leken. Nu de Egyptische moslimbroeders het regeringspluche hebben bereikt, presenteren ze zich naar het Westen toe als een gematigd alternatief dat de vloed van radicale salafisten kan indammen. Deze salafisten lijken op hun beurt weer gematigd vergeleken met de jihadisten van Jabhat al-Nusr.
Wantrouwen
Sprekende over moslimbroeders, salafisten en jihadisten, wordt duidelijk dat in het Midden-Oosten momenteel niet alleen een strijd woedt tussen de soennitische en sjiitische tak van de islam, maar vooral ook een machtstrijd binnen de soennitische islam zelf. Een blik op de Arabische monarchieën werkt hierbij verhelderend omdat binnen deze monarchieën met name de vrees voor de moslimbroeders is gegroeid.
Vooral de kleinere monarchieën in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), Koeweit en Jordanië voelen de hete adem van de moslimbroeders in hun nek, die zich na de verkiezingstriomfen van hun geloofsbroeders in Egypte steeds zelfverzekerder opstellen. Tamim, het hoofd van de politie in Dubai, zorgde enkele maanden geleden voor veel opschudding toen hij waarschuwde dat de moslimbroeders van plan zouden zijn om voor het jaar 2016 in alle Arabische golfstaten de macht over te nemen.
De moslimbroeders hebben zich in de VAE politiek georganiseerd in de Islahpartij en tientallen leden van deze partij zijn de afgelopen maanden door de autoriteiten in de VAE gearresteerd. Daarbij werd zelfs de beschuldiging geuit dat ze een militaire vleugel probeerden op te zetten in het land. Het wantrouwen tegen de moslimbroeders wordt gedeeld door Saudi-Arabië, wat de koele relaties verklaart met de nieuwe machthebbers in Caïro. Het eerste officiële staatsbezoek dat president Morsi aflegde na zijn verkiezing was aan het Saudische koninkrijk, in de hoop hier leningen en investeringen te verwerven voor de rampzalige Egyptische economie, maar Saudi-Arabië hield tot op heden de portemonnee stijf dicht. Het daaropvolgende bezoek van president Morsi aan aartsvijand Iran versterkte slechts het wantrouwen in de golfstaten jegens de moslimbroeders.
Achter de schermen woedt er een hevige machtstrijd tussen Qatar en Saudi-Arabië. Terwijl de emir van Qatar van Tunis tot Gaza de moslimbroeders steunt met koffers vol geld, in de hoop via de moslimbroeders invloed te verwerven in de Arabische wereld, financiert Saudi-Arabië overal in het Midden-Oosten de salafisten met de evidente bedoeling hierdoor de rol en de politiek van de moslimbroeders te ondermijnen en te verzwakken. De grootste zorgen in dit verband betreffen Koeweit en Jordanië, waar de moslimbroeders de leiding op zich hebben genomen van nationale protestbewegingen. Ze voeren er een politiek om parlementaire verkiezingen te boycotten om vervolgens te kunnen verklaren dat de nieuwe regeringen geen enkele legitimiteit bezitten.
Israël
In het Midden-Oosten is een oude orde verdwenen en het hierdoor ontstane vacuüm lijkt op veel plaatsen niet zozeer te worden opgevuld door een nieuwe orde, maar veeleer door chaos en instabiliteit. Dat is met name een gevaarlijke ontwikkeling voor Israël. Mede dankzij de westerse militaire interventie in Libië worden momenteel op grote schaal vanuit een chaotisch Libië wapens naar Gaza gesmokkeld, terwijl na het vertrek van president Mubarak uit Egypte de Sinaïwoestijn veranderde in een waar jihadistenparadijs, waar ieder gezag van de Egyptische staat ontbreekt.
Israël weet dat dit scenario zich zal herhalen in de noordelijke Golan, mocht het Syrische regime inderdaad ten val worden gebracht. De Fatahbeweging van de Palestijnse president Abbas vertoont gelijkenissen met de oude Arabische regimes en is haar houdbaarheidsdatum reeds overschreden. De toekomst behoort Hamas, die door de voorlopige resultaten van de Arabische revolutie de wind mee heeft. Toen president Abbas enkele weken geleden terugkeerde uit New York werd hij in Ramallah opgewacht door enkele duizenden aanhangers, maar toen Hamaskopstuk Khalid Meshaal vervolgens Gaza bezocht, werd hij bejubeld door een uitzinnige menigte van honderdduizenden Palestijnen. Israël heeft deze boodschap begrepen.
De vonk van hoop en optimisme werd exact twee jaar geleden ontstoken in het Tunesische Sidi Buzid. Toen de nieuwe Tunesische president Marzuki enkele dagen geleden Sidi Buzid bezocht werd hij door een woedende menigte letterlijk met stenen verdreven. Terwijl de nieuwe politieke machthebbers ruziën over een nieuwe grondwet en salafisten bars, bioscopen en andere „onzedelijke” plekken aanvallen en in brand steken, zijn de levensomstandigheden van de doorsnee Tunesische burger er niet op vooruitgegaan.
Heeft de Arabische revolutie dan niets opgeleverd? In de oude situatie was het volstrekt ondenkbaar geweest dat boze Tunesiërs hun voormalig president Ben Ali met stenen zouden hebben verjaagd. Als gevolg van hun revolutie hebben Arabische volkeren hun vaak verlammende angst voor autoriteiten verloren, wat tot voorzichtig optimisme stemt. De ster van Sidi Buzid is nog niet gedoofd.