Volgens A. van Baarle, directeur van organisatiebureau HPR, organisator van de Woonbeurs, is retro zo’n trend die dit voorjaar in Milaan, het ontwerpersmekka, werd ingezet. „Veel jaren zestig zien we terug. Met grote, kleurige motieven in bijvoorbeeld behang en lampen. Ook is er veel meubilair met uitgesproken vormen gemixt met metaal. Dit koele metaal dan wel weer gemengd met warme stoffen en kleuren", aldus Van Baarle.

Ook de huidige economische recessie is van invloed op woontrends. „Als de tijden wat minder zijn komt het ’oudhollands’ cocoonen weer naar boven. De hang naar warmte en romantiek in huis is duidelijk te bespeuren op de beurs. Dit uit zich bijvoorbeeld in pasteltinten en kleine bloemetjesdessins. Accessoires als plaids en dekens passen hier goed bij."

Behalve deze trend blijken de koloniale invloeden op interieurs, toch al enige tijd aanwezig, een blijvertje. In 2003 uiten deze zich in houtsnijwerk en bijvoorbeeld dierenvellen over leren banken gedrapeerd.

De recessie is niet terug te vinden in de afmeting van de beurs, 30.000 vierkante meter, of in het aantal deelnemers. Dit aantal ligt in 2003 zelfs hoger dan in voorgaande jaren. „We merken wel dat er bij deelnemers nog meer dan anders weloverwogen keuzes moeten worden gemaakt. Het budget is beperkt en we hadden dit jaar dan ook iets langer nodig om mensen te enthousiasmeren", zegt Van Baarle.

Toch worden er op de elfde Woonbeurs, evenals in voorgaande jaren, ruim 90.000 bezoekers verwacht. Op de beurs zijn, recessie of niet, vertegenwooordigers van topmerken uit binnen– en buitenland te zien. De Italiaanse topontwerper Cappellini showt een exacte replica van zijn woonkamer. „Nederlanders zijn best verwend met mooie dingen. Er zijn hier veel goede ontwerpers die ook erg succesvol zijn in het buitenland. Nederland loopt toch best voor op dit gebied. In bijvoorbeeld Engeland en de Verenigde Staten zijn de interieurs veel klassieker, tuttiger bijna", besluit Van Baarle.

De Woonbeurs Amsterdam is geopend tot en met 5 oktober.