W. werd in december 2010 in hoger beroep veroordeeld tot 13 jaar cel. Hij gooide op 10 november 2004 in Den Haag een handgranaat naar leden van een arrestatieteam, dat hem en zijn handlanger Ismaël A. wilde arresteren. W. was destijds 19 jaar. De Hoge Raad bevestigde de straf nog in juli, maar trok er 3 maanden af omdat de procedures te lang hebben geduurd.

W. begon in de gevangenis een studie aan de Open Universiteit. Die rondt hij naar verwachting volgende maand af.

Omdat hij zijn straf bijna heeft uitgezeten, wil W. op verlof. Naar verwachting komt hij in de loop van volgend jaar op vrije voeten. Teeven wees dat verzoek tot op heden af, omdat hij W. als vluchtgevaarlijk beschouwt. Maar volgens de beroepscommissie is het gedrag van W. in de gevangenis positief. En zijn belang om zijn terugkeer in de maatschappij voor te bereiden, gaat steeds zwaarder wegen dan de risico’s die een verlof met zich meebrengt. De commissie heeft niet de indruk dat W. tijdens een eventueel verlof wil vluchten.

De uitspraak betekent overigens niet dat W. nu op verlof kan. De beroepscommissie heeft de staatssecretaris opgedragen een nieuw besluit over de verlofaanvraag te nemen.

„Jason W. heeft in 2010 publiekelijk afstand genomen van het gedachtegoed dat hij destijds huldigde”, zegt zijn advocaat Bart Nooitgedagt. „Hij heeft bij herhaling zijn spijt betuigd aan de samenleving en de leden van het arrestatieteam. Hij wil niets liever dan deelnemen aan de samenleving en een bestaan opbouwen.” Nooitgedagt vindt de weigering van Teeven „getuigen van een gebrekkig inzicht van het feit dat mijn cliënt sowieso zal terugkeren in de maatschappij”.

Onlangs kwam een ander lid van de Hofstadgroep, Samir A., om dezelfde reden in het nieuws. Hij wil op verlof om zijn studie bedrijfskunde af te ronden. Maar ook toen weigerde Teeven en oordeelde een commissie dat de staatssecretaris geen goede reden voor de weigering had gegeven.