Zaligmaker
2 Korinthe 8:9
„Want gij weet de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden.”
Wanneer Gods kinderen de weldaden van hun Zaligmaker aanmerken en overwegen, is dat een prikkel om tot Hem te komen. „Wie zegt dat hij in Hem blijft, die moet ook alzo wandelen, gelijk Christus gewandeld heeft” (1 Johannes 2:6). Zo zei onze Zaligmaker: „Komt herwaarts tot Mij, die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neemt mijn juk op u, want dat is zacht en mijn last is liefelijk en licht” (Mattheüs 11:28). Wanneer Paulus de gelovige Korinthiërs een voorbeeld voorstelt van de weldadigheid der Macedoniërs, zegt hij „dat ze niet alleen gegeven hadden naar vermogen, maar zelfs boven vermogen.” Om hen op te wekken, zegt hij: „Gij weet dat Christus om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was.” Hij noemt het „een genade van onze Heere Jezus Christus.” In die weldaad hebt u wederom een weldaad: „Christus is arm geworden, om u rijk te maken.”
De Stichter van deze genade is onze Heere Jezus Christus. Wij weten dat Jezus Zaligmaker betekent, volgens Lukas 1:31: „Gij zult Zijn Naam heten Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.”
J. van Lodenstein, predikant te Utrecht (”De heerlijkheid van een waar christelijk leven uitblinkende in een godzalige wandel”, 1767)