Economie

Air France laat rivalen achter zich

Na de aanslagen op het WTC in New York en het Pentagon in Washington liet Air France zijn rivalen ver achter zich. De Franse luchtvaartmaatschappij boog haar achterstand om in een voorsprong. Ook de dodelijke longziekte SARS en de oorlog in Irak konden de Franse ”flag carrier” niet in grote problemen brengen.

ANP
30 September 2003 11:34Gewijzigd op 14 November 2020 00:36

De maatschappij is slechts in geringe mate afhankelijk van transatlantische vluchten. Voor 11 september stond dit een toonaangevende positie van de Fransen juist in de weg. Lufthansa, British Airways (BA) en zelfs KLM, via partner Northwest Airlines, leken beter toegerust om een belangrijke rol in de burgerluchtvaart te spelen. De aanslagen maakten daar echter een einde aan. De aanvallen met vliegtuigen hielden de passagiers aan de grond, vooral op de routes naar de Verenigde Staten en Canada. De grote concurrenten van Air France werden zwaar getroffen, maar de Franse onderneming hield zich goed staande.

Net als alle luchtvaartmaatschappijen is ook Air France getroffen door de angst voor de dodelijke longziekte SARS en de oorlog in Irak. Toch wist de onderneming het hoofd boven water te houden. Waar de KLM in het op 31 maart afgelopen boekjaar een verlies van meer van 400 miljoen euro in de boeken schreef, wist Air France een winst van 120 miljoen te behalen. Hoewel dit 22 procent minder was dan in het voorgaande boekjaar, mag Air France trots zijn op het resultaat.

In het eerste kwartaal van het op 1 april begonnen boekjaar behaalde de onderneming een winst van 4 miljoen euro. Dat betekent een scherpe daling ten opzichte van de 159 miljoen euro een jaar eerder, maar slechts weinig luchtvaartmaatschappijen schrijven nog zwarte cijfers. BA en Lufthansa zullen Air France voorlopig niet inhalen. Hierbij speelt mee dat de Fransen meer passagiers hebben weten aan te trekken na de ondergang van kleinere maatschappijen zoals Sabena en Air Afrique.

Air France (70.000 werknemers) is inmiddels een grote partij geworden in de luchtvaart. Het bedrijf vervoerde vorig jaar 43 miljoen mensen met 360 vliegtuigen en zegt het grootste marktaandeel van alle Europese maatschappijen te hebben. Ook de toekomst ziet er rooskleurig uit. De concurrentiepositie van Air France zal alleen maar verbeteren als de Franse overheid haar belang in de maatschappij flink zal verkleinen. Het Franse parlement is inmiddels akkoord gegaan met de privatisering.

Nu bezit de staat nog 54,4 procent van de aandelen. Dat moet een belang van minder dan 20 procent worden. De privatisering stelt het bedrijf in staat internationaal beter te concurreren. Bovendien wordt Air France door minder overheidsbemoeienis aantrekkelijker als samenwerkingspartner.

De thuisbasis, het vliegveld Charles de Gaulle bij Parijs, speelt wegens de ideale ligging een grote rol in het succes van de onderneming. Niet alleen profiteert de maatschappij van de Franse hoofdstad en haar inwoners (ongeveer 11 miljoen), ook ligt de luchthaven op niet meer dan twee uur vliegen van de meeste grote steden in West-Europa. Bovendien heeft Charles de Gaulle genoeg ruimte, zoals landingsbanen, om veel nieuwe vluchten te kunnen verwerken.

Een van de weinige bedreigingen voor Air France vormen de zogenoemde prijsvechters, maatschappijen die erg goedkoop vliegen. Zo is easyJet inmiddels op Charles de Gaulle en het vliegveld Orly bij Parijs geland. De maatschappij biedt nu goedkope vluchten naar Londen, Liverpool en Genève aan.

Vooralsnog ondervindt Air France weinig hinder van easyJet omdat de Franse regering de Britten maar mondjesmaat landingsrechten toewijst. Als de staat aandelen in Air France verkoopt, zou die bescherming wel eens kunnen wegvallen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer