Vissers kunnen hun quotum weer opvissen
De Nederlandse Noordzeevissers mogen volgend jaar evenveel dagen uitvaren als dit jaar. De jaarlijkse automatische korting van het aantal zeedagen is van de baan, zo besloten de Europese visserijministers gisteren.
Bovendien mogen de vissers meer schol vangen en wordt de vangst van kabeljauw voorlopig niet gekort. Weliswaar moeten de precieze hoeveelheden nog met Noorwegen worden afgestemd maar de richting is duidelijk. De herstelplannen die sinds enkele jaren van kracht zijn, werpen hun vruchten af. Directeur Pim Visser van VisNed, de organisatie van de Nederlandse kottervissers, reageert.
Wat vindt u van de uitkomsten?
„Ik ben blij. Er is eindelijk een einde gekomen aan de onnodige automatische korting van de zeedagen voor onze tong- en scholvissers. Jarenlang is er gesteggeld tussen de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees Parlement over de vraag wie nu eigenlijk verantwoordelijk moest zijn voor dat besluit. Nu heeft de Raad eenzijdig de knoop doorgehakt.”
Waarom is dat voor de vissers zo belangrijk?
„We kwamen steeds meer in de knel met de zeedagenregeling. De korting met jaarlijks zo’n 10 procent ging als een bulldozer door. Vissers konden het aan hun toegewezen quotum niet meer binnen de tijd opvissen.”
Hoe staat het met de visstand?
„Er zwemt steeds meer vis in de Noordzee. Het scholquotum wordt daarom met 15 procent uitgebreid. Ook het tongbestand groeit, maar daarvan gaat het quotum toch 15 procent omlaag. Dat heeft te maken met het uitgangspunt van de berekeningen. Eerst was daarbij het voorzorgsbeginsel leidend, nu het principe ”maximaal duurzame oogst”. Dat is nog scherper. De verwachting is dat het tongquotum daardoor in de toekomst weer omhoog zal gaan.”
Met de kabeljauw gaat het minder goed. Wat vindt u daarvan?
„Het kabeljauwbestand neemt wel toe, maar niet zo hard. Voor de kottervisserij is kabeljauw minder belangrijk.”
Met Noorwegen wordt nog onderhandeld. Wat verwacht u daarvan?
„Schol is een zogenoemd gedeeld bestand van de EU en Noorwegen. Belangrijk voor ons is dat er flexibiliteit in de quota zit. Je kunt als visserman niet tot op de laatste kilo je quotum opvissen. Mede op aandringen van Nederland gaat de EU ervoor dat vissers tot 10 procent van hun quotum mogen meenemen naar het volgende jaar, maar dat ze ook maximaal 5 procent van het volgende jaar al eerder opvissen. We hopen dat dat eruit komt.”
Heeft de Raad verder nog belangrijke beslissingen genomen?
„Europa wil toe naar een zogenoemde volledig gedocumenteerde visserij. De Europese Commissie wilde dat daarvoor alle schepen met dure camera’s worden uitgerust. Die controleren bijvoorbeeld of de visserman discards (ongewenste bijvangsten, TR) overboord gooit. De Visserijraad vindt dat niet nodig. Een lopende proef met vijftien schepen gaat door. Die heeft tot doel om een referentiegroep samen te stellen, waar je de rest van de vloot mee vergelijkt. Wie dan opvallend afwijkt van die groep, heeft wat uit te leggen. Dat is een veel praktischere en goedkopere aanpak.”