Hans van T., een van de directeuren van projectontwikkelaars Trimp & Van Tartwijk, kreeg een celstraf van 2,5 jaar voor het meermalen plegen van valsheid in geschrifte, witwassen en deelname aan een criminele organisatie.

De rechtbank zei in het vonnnis geschokt te zijn over het gemak waarmee het tweetal had meegewerkt aan de fraude, waardoor Bouwfonds voor vele miljoenen werd benadeeld. Het bedrijf betaalde te goeder trouw bedragen voor diensten die niet werden geleverd, te hoge facturen en valse bouwclaims. Dat geld werd weggesluisd en later onderling verdeeld. Over Dennis L. zei de rechtbank dat hij door zijn voortdurende bedrog zijn werkgever Bouwfonds ernstig heeft beschaamd.

Het Openbaar Ministerie had 4 jaar gevangenisstraf geëist tegen L. en 3 jaar tegen Van T. De rechtbank besloot de straffen die ze aanvankelijk wilde te verlagen, omdat de zaak een jaar vertraging had opgelopen. Dat gebeurde door een succesvolle wraking van de rechtbankvoorzitter die de zaak in eerste instantie deed. Hij droeg het kinderrijmpje ‘Jantje zag eens pruimen hangen’ voor en werd daardoor beticht van vooringenomenheid. De zaak van deze verdachten werd daarna overgenomen door andere rechters.

Hoofdverdachte Jan van V., destijds directeur Vastgoedontwikkeling bij Bouwfonds, kreeg in januari 4 jaar celstraf opgelegd. Ook een groot aantal andere verdachten werd toen veroordeeld tot cel- en werkstraffen.