Kerk & religie

Helft Nederlanders godsdienstig

HEERLEN – Ongeveer 55 procent van de volwassen Nederlanders is godsdienstig, 3 procent minder dan in de periode tussen 2004 en 2008. Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag presenteerde.

Kerkredactie
21 December 2012 09:56Gewijzigd op 15 November 2020 00:56
Foto RD, Henk Visscher
Foto RD, Henk Visscher

Rooms-katholieken vormen de grootste godsdienstige stroming in ons land, 28 procent van de Nederlanders is rooms. Ongeveer 8 procent rekent zichzelf tot de „Nederlandse Hervormde Kerk”, 4 procent is gereformeerd en 6 procent geeft aan tot de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) te behoren.

Hoewel de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in 2004 samen met de Evangelisch-Lutherse Kerk zijn opgegaan in de PKN, blijft het CBS deze afzonderlijke categorieën hanteren. Dit „omdat de meeste leden van de oorspronkelijke protestantse gezindten zich niet met de PKN identificeren.”

Van de krappe meerderheid die zichzelf tot een godsdienstige groepering rekent, gaat een op de drie minstens één keer per maand naar kerk of moskee.

Het bezoek aan religieuze diensten verschilt sterk per gezindte. De „gereformeerden” zijn de meest trouwe kerkgangers: 64 procent kerkt minstens één keer per maand, gevolgd door de PKN’ers met 60 procent. Onder de „Nederlands hervormden” is dit 29 procent. Rooms-katholieken gaan met 19 procent nog minder vaak naar de kerk. Van de moslims in Nederland bezoekt 38 procent minstens eenmaal per maand de moskee.

Het bezoek aan kerken, moskeeën en andere religieuze bijeenkomsten is sinds 1997-1999 beduidend afgenomen. In de jaren negentig ging twee derde van de Nederlanders vrijwel nooit naar een dienst, in 2010-2011 was dat driekwart.

Zo’n 17 procent van de Nederlanders bezoekt minstens maandelijks een religieuze dienst. Dat is een afname van 7 procent­punten ten opzichte van 1997-1999.

Deze afname is vooral sterk onder ouderen. Onder de 55- tot 65-jarigen is de teruggang van 33 naar 17 procent, bij de 65-tot 75-jarigen van 39 naar 25 procent. Onder de 18- tot 35-jarigen is er nauwelijks sprake van een afname. Met 13 procent zit deze groep al op een laag niveau.

De dalende trend geldt over de hele linie, voor alle opleidingsniveaus, voor zowel mannen als vrouwen en autochtonen en allochtonen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer