Alle VN-lidstaten moeten een wapenembargo en een reisverbod instellen tegen individuen en groepen die banden hebben met Bin Laden, al-Qaida of de Taliban en al hun financiële tegoeden bevriezen.

De sancties vervangen de sancties die in november 1999 werden opgelegd aan de Taliban om het regime te dwingen Bin Laden uit te leveren. De Saoediër werd toen gezocht voor zijn rol in de bomaanslagen op Amerikaanse ambassades in Kenia en Tanzania in 1997. De Verenigde Staten waren een groot voorstander van de nieuwe resolutie, omdat die bijdraagt aan de strijd tegen het internationale terrorisme.

De nieuwe sancties zijn niet langer gericht tegen Afghanistan, maar tegen individuen en groepen die door de VN-veiligheidsraad op een lijst zijn gezet, waar die zich ook bevinden. De lijst met verdachten zal regelmatig worden vernieuwd.

Volgens Amerikaanse en Britse diplomaten worden de sancties niet meer opgeheven. Het afdwingen van de sancties zal echter niet eenvoudig zijn. Verwacht wordt dat de commissie van de Veiligheidsraad die toezicht houdt op de naleving van de sancties zich eerst richt op Afghanistan en zijn buurlanden.