Rechter: Uithuisplaatsing kind is enorm ingrijpend
Als kinderrechter krijgt ze veel zich machteloos voelende en huilende ouders voor zich. „Bij veroordeling voor een misdrijf is het helder wat iemand heeft misdaan en is het makkelijker een straf op te leggen”, zegt Ellen van Rijssen (43). „Maar bijvoorbeeld een uithuisplaatsing is diep ingrijpend voor zowel ouders als kinderen. Je kunt niet altijd spreken over schuld. Je kunt het zwakbegaafde ouders bijvoorbeeld bijna niet kwalijk nemen dat ze niet in staat zijn hun kinderen op te voeden.”
In het zogeheten familierecht gaat het niet om bewijs, zoals in het strafrecht, maar draait het veel meer om adviezen van deskundigen zoals de Raad voor de Kinderbescherming. De rechter moet dan een beslissing nemen. „Wie moet je als rechter geloven als de Raad voor de Kinderbescherming stelt dat het allemaal niet goed genoeg is, terwijl de ouders het tegenovergestelde beweren? De rechter kijkt secuur naar de onderbouwing van de adviezen van de raad, de huisarts en de politie. Voor de raad kan het soms frustrerend zijn dat ouders op de zitting zich mooi voor doen, terwijl de werkelijkheid heel anders is. Vaak volgen we de raad in zijn advies, maar soms niet.”
Van Rijssen noemt het voorbeeld van een meisje dat vanaf de geboorte in een pleeggezin leefde. „De moeder verslaafd, de vader uit beeld. Op haar negende moest ze naar een ander pleeggezin. Vader kwam opeens in beeld en wilde dat zijn dochter bij hem kwam wonen. De man had een voorgeschiedenis van psychiatrische problemen. Jeugdzorg verzette zich tegen de wens van de vader, die zei dat hij zijn medicijnen trouw slikte en een nieuwe relatie had met een partner die het gewend was kinderen op te voeden.
Gedragsdeskundigen meenden dat de man een te groot risico vormde, maar de psychiater van de man was positief. Het meisje wilde terug naar haar vader. De nieuwe partner werd prima in staat geacht het meisje op te voeden. Het kind moest tóch weg bij haar pleeggezin. Dan kies ik liever voor de vader dan voor een nieuw gezin. Het gaat nog steeds erg goed.”
Van Rijssen krijgt regelmatig schrijnende gevallen voor zich. De grootste indruk op haar maakte een zaak waarbij de ouders hun kroost verwaarloosden. „De kinderen waren vies, hadden luizen in het haar, konden niet praten maar slechts dierlijke geluiden voortbrengen. Groenten en fruit kenden ze niet; ze kregen die ook nooit te eten.”
Het werk als kinderrechter kan Van Rijssen soms aangrijpen. „Sommige zaken evalueer ik met collega’s. Zo voorkom ik dat ik er ook thuis nog over loop na te denken.”
Dit is het tweede deel in een serie over het gerechtsgebouw in Utrecht.