Het tekort valt daardoor zo’n 0,6 procent lager uit. Zelfs als de sombere voorspellingen van De Nederlandsche Bank (DNB) het het Centraal Planbureau (CPB) uitkomen, lijkt het kabinet daarmee de dans te ontspringen.

Dijsselbloem wees de Kamer erop dat het kabinet pas in het voorjaar de stand opmaakt voor 2013. In die tussentijd „kan er nog ongelofelijk veel gebeuren”, waarschuwde hij de Kamer. Maar de oppositie rekende zich al een beetje rijk. Ze had het over een kerstcadeautje dat het kabinet volgend jaar redt. De problemen zijn daarmee overigens nog niet uit de wereld, want in 2014 dreigt het tekort opnieuw te hoog uit te komen.

Het overheidstekort mag van Brussel hooguit 3 procent van het bruto binnenlands product bedragen. Maar DNB en CPB ramen het tekort voor 2013 op respectievelijk 3,5 en 3,3 procent.

De regeringsfracties hebben afgesproken dat ze zich hoe dan ook aan de EU-normen voor het tekort houden in deze kabinetsperiode. De Kamerleden Mark Harbers (VVD) en Henk Nijboer (PvA) bevestigden dat nog eens nadrukkelijk in het debat met Dijsselbloem. De rekening mag niet worden doorgeschoven naar de volgende generaties, zei Harbers.

PVV, SP en GroenLinks vinden dat het kabinet pas op de plaats moet maken met bezuinigen, ook als het tekort niet aan de Brusselse normen voldoet. Ze verwezen naar uitspraken van CPB-directeur Coen Teulings, die hetzelfde heeft gezegd.

Maar Dijsselbloem deelt die mening niet. Hij erkende dat het bezuinigingspakket een negatief effect heeft op de economie, maar dat is volgens hem beperkt. De uitspraken van Teulings noemde hij een „politiek oordeel”.