„Defensie rekent zich rijk met vastgoed”
DEN HAAG (ANP) – Het ministerie van Defensie „rekent zich rijk” aan de verkoop van vastgoed. Het departement loopt volgens een dinsdag verschenen rapport van de Algemene Rekenkamer het risico dat een structurele bezuiniging van tientallen miljoenen euro’s niet wordt gehaald.
Onder het vorige kabinet is besloten om 1 miljard euro te bezuinigen op Defensie. Taken worden afgestoten of op één locatie ondergebracht. De inkrimping leidt ertoe dat onder meer terreinen, gebouwen en vliegvelden worden afgestoten. Dat moet per 2017 leiden tot een structurele besparing van 61 miljoen euro.
De Algemene Rekenkamer spreekt van „een ambitieuze taakstelling” die niet volledig onderbouwd is en al vertraging heeft opgelopen. Zo is nog maar net de helft van de bezuiniging geconcretiseerd. Bijkomend probleem is dat de marktomstandigheden niet gunstig zijn om vastgoed te verkopen.
Ook wijzen de rekenmeesters op ervaringen uit het verleden. Verkoop van vastgoed heeft altijd meer tijd en geld gekost dan Defensie had voorzien.
Tegelijk kost het minimaal 400 tot 600 miljoen euro om kazernes en ander vastgoed te sluiten of nieuwe militaire onderkomens te realiseren. Deze investeringen wil het ministerie deels bekostigen uit de verkoop van overtollig vastgoed.
Zo vertrekken de mariniers uit Doorn en krijgen zij een nieuwe kazerne in Vlissingen. Doorn was volgens Defensie te klein, zelfs als het zou worden opgeknapt. Voor de nieuwbouw in Zeeland is een investering nodig van tussen de 100 en 200 miljoen euro. De Rekenkamer noemt dit besluit „risicovol”.
Minister Jeanine Hennis-Plasschaert (Defensie) moet aan de Tweede Kamer meer duidelijkheid geven over de onzekerheden en haar oplossingen om dit aan te pakken, oordeelt de Rekenkamer. Hennis stelt in een reactie dat voldoende geld voorhanden is voor de investeringen en dat interne procedures verbeterd zijn. In mei stuurt ze een nieuw vastgoedplan naar de Kamer.