„Help arme landen wegens korting op andere manier”
DEN HAAG – Het budget voor Ontwikkelingssamenwerking ziet er volgend jaar nog redelijk rooskleurig uit. Maar daarna vallen er grote klappen. Daar moet iets tegenover staan, vindt Evert-Jan Brouwer, politiek adviseur bij ontwikkelingsorganisatie Woord en Daad: „Kijk of je arme landen op een andere manier kunt helpen.”
De Kamer debatteert maandagmiddag en -avond met minister Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking) over haar begroting.
Voorafgaand aan dat debat is Brouwer het gesprek aangegaan met politieke partijen over de bezuinigingen. „Dat mogen geen kale kortingen zijn. Zet daar iets tegenover: werk aan samenhang in het beleid. Zorg er bijvoorbeeld voor dat het handels- en klimaatbeleid niet ten koste gaan van arme landen. Krijgen zij wel eerlijke kansen op de wereldmarkt? Scheve handelsverhoudingen kunnen de positieve effecten van ontwikkelingssamenwerking tenietdoen.”
Dat pleidooi is overgekomen. „De Kamer zal Ploumen verzoeken met een visie daarop te komen en zich in het internationale debat daarover te mengen.”
Hij vindt dat de Kamer kritisch moet kijken naar afdrachten aan sommige VN-organisaties. „Die zijn erg bureaucratisch.”
Verder wil hij de uitgaven voor (beroeps)onderwijs (gedaald van 600 miljoen naar zo’n 140 miljoen euro) op peil houden: „De landbouw- en de waterprogramma’s in ontwikkelingslanden hebben weinig zin als mensen geen vak hebben geleerd.”
Ploumen heeft volgend jaar nog ongeveer even veel geld te verdelen als dit jaar. Een groot deel (ruim 1 miljard euro) van de beschikbare 4,3 miljard gaat naar de speerpunten seksuele gezondheid, veiligheid, voedselzekerheid en water. Voor milieu en klimaat, goed bestuur en steun aan vrouwen is 320 miljoen uitgetrokken; 210 miljoen is gereserveerd voor noodhulp, 40 miljoen voor mensenrechten en 20 miljoen voor begrotingssteun. Ook gaan er honderden miljoenen naar VN-organisaties, andere ministeries en het Europees Ontwikkelingsfonds.
Het budget voor Ontwikkelingssamenwerking, schreef Ploumen woensdag aan de Tweede Kamer, daalt in de periode 2014-2016 met 750 miljoen euro per jaar en in 2017 met 1 miljard euro. De totale bezuiniging van de twee kabinetten-Rutte komt daardoor uit op 30 procent.
Op termijn worden daarnaast de kosten voor het internationale klimaatbeleid (oplopend tot honderden miljoenen euro’s) verhaald op Ploumens budget. En anders dan andere begrotingen wordt die van haar ook nog eens niet gecompenseerd voor loon- en prijsontwikkelingen.