Gebruik wetenschap niet als excuus om niet voor het milieu te zorgen
Van 17 tot en met 25 november was het de Europese Week van de Afvalvermindering. Als ik niet toevallig een advertentie daarover gezien had, zou ik er waarschijnlijk niets van hebben gemerkt. Milieu is een beetje uit. We zijn moe.
We zijn niet alleen een beetje moe geworden van ”milieu”, maar ook sceptisch. Met een grote kop stond het in de week voorafgaand aan de afvalweek te lezen: ”Biobrandstof is niet duurzaam”. Hoewel jarenlang gepropageerd als het groene alternatief voor de fossiele brandstoffen blijkt biobrandstof toch niet zo groen als onderzoekers altijd beweerd hebben.
Biobrandstoffen leiden tot hogere voedselprijzen, want je had dat suikerriet en die mais, die soja en palmolie ook voor consumptie kunnen bestemmen. Resultaat: meer honger wereldwijd. Je kunt erop wachten tot een volgende onderzoeker dit allemaal weer gaat ontkrachten. Dan zegt de man in de straat: Gooi het maar in mijn pet.
Bij het broeikaseffect en de opwarming van de aarde hebben we zo’n zelfde geschiedenis meegemaakt. Eerst beweert ”de wetenschap” bij hoog en bij laag dat wij met onze industrialisatie zeker weten de oorzaak zijn van de opwarming van de aarde. Vervolgens komt er een andere onderzoeker die schrijft dat al die beweringen zijn ingegeven door organisaties die er belang bij hebben dat niet-fossiele energiebronnen krachtiger tot ontwikkeling gebracht worden.
Ongemakken
En dan nog even de afvalweek. In menige gemeente gaan de verhalen rond dat het door de burgers met noeste ijver gescheiden afval aan het einde van de lijn allemaal weer bij elkaar gekieperd wordt omdat het geheel gescheiden verwerken geen economische noch milieuzoden aan de dijk zet. Wie heeft er dan nog zin in afval scheiden?
Greenpeace is een actie begonnen tegen gif in kledingstukken. Een onderzoek onder twintig modemerken heeft laten zien dat er in het productieproces giftige stoffen gebruikt zijn. Gelooft u het nog? Misschien is inmiddels al het tegenrapport verschenen, waarin alles weer wordt ontkracht.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat die tegenstrijdige resultaten van onderzoeken ons wel goed uitkomen. We voelen ons immers dan des te sneller ontslagen van de plicht om ons gedrag aan te passen aan de eisen van een redelijke zorg voor het milieu. De geschiedenis van de milieuzorg laat zien dat wij ons niet gemakkelijk ertoe laten verleiden om kleine ongemakken te verdragen om de last die wij op het milieu leggen te verlichten. De gloeilamp moet eerst uit productie genomen worden, willen wij en masse spaarlampen gaan aanschaffen.
Gedrag
Ik begeleidde eens een afstudeerder die onderzoek deed naar de bereidheid van mensen om batterijopladers uit het stopcontact te halen als ze niet gebruikt worden. Hoe gek het ook klinkt, die blijven ook in rust energie gebruiken. ”Aanzetten tot uitzetten” luidde de titel van het afstudeerverslag. De conclusie was dat dat haast onbegonnen werk is, omdat mensen kiezen voor het gemak.
Het is inmiddels volstrekt duidelijk dat betere technieken nooit de oplossing voor het milieuprobleem kunnen zijn. Gedrag is de sleutel tot de echte oplossing, maar wij blijken nauwelijks bereid tot zelfs geringe inspanningen. Bij die houding is het erg prettig als we de tegenstrijdigheden van onderzoeksresultaten als excuus hebben. Een wetenschappelijk excuus zelfs.
Modellen
Toch is dat niet eerlijk tegenover de wetenschap. We laten dan namelijk iets wezenlijks in de aard van wetenschap buiten beschouwing, namelijk dat ze werkt met modellen. Wetenschappers maken niet één op één een afspiegeling van de werkelijkheid. Ze werken met een vereenvoudigde voorstelling, zodat we even niet door de volle complexiteit worden afgeleid. Elke modelmaker laat iets van die complexe werkelijkheid weg. De uitkomst hangt er dan van af wat je weggelaten hebt en wat niet.
Als je alleen de milieuaspecten in je model voor het effect van biobrandstof stopt, komen ze er goed af. Stop je er ook de gevolgen voor de voedselprijzen in, dan ziet het plaatje er anders uit. Wij als niet-wetenschappers realiseren ons dat niet en denken dat het verschil tussen de twee onderzoeken ontstaat doordat onderzoekers fouten maken. Eigenlijk zouden wij op school beter moeten leren hoe wetenschap werkt. In plaats daarvan worden we overgoten met de wet van X en de wet van Y.
Recent bleek bovendien uit onderzoek dat christenen helaas niet duurzamer leven dan niet-christenen. Wat zou het mooi zijn als we in de kerk ook nog zouden leren dat ons gedrag niet bepaald moet worden door de uitkomsten van wetenschap, maar door de eerbied voor God. Het gebruik van verschillende modellen heeft tot gevolg dat de wetenschap niet zulke harde uitspraken kan doen over het milieu als wetenschappers ons wel willen doen geloven. Maar de wetenschap dat God ons de zorg heeft toevertrouwd over Zijn schepping moet ons voor de veilige weg doen kiezen. „Bij mist niet uitvaren”, zeiden ze vroeger. In milieukringen heet dat het voorzichtigheidsprincipe.
Stel je voor dat het toch waar zou zijn dat wij door ’s avonds de kachel wat eerder uit te doen het milieu zouden sparen, dan wil je toch tegenover de Schepper niet aankomen met de boodschap: „De wetenschapper die u mij gegeven hebt…”? Dat excuus hebben we eerder gebruikt. We zijn er het paradijs mee kwijtgeraakt.
De auteur is bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de Technische Universiteit Delft. Reageren? goedbekeken@refdag.nl