Oud-leerlingen Gomarus: Dank aan God na angstig avontuur
KIJKDUIN – Als een wonder door God gered. Zo kijkt een groep oud-leerlingen en begeleiders van de Gomarus Scholengemeenschap uit Gorinchem terug op een angstig avontuur in Kijkduin. De groep denkt voor de kust ingesloten te zijn door wassend water.
Een groep van 44 oud-vmbo’ers van 16 tot 18 jaar oud en vier docenten van de Gomarus vertrekt vrijdagmiddag voor een reunie met een bus naar Hoek van Holland. Lekkere strandwandeling naar Kijkduin is het idee.
„Onderweg hadden we last van files, dus we zijn naar Monster gereden”, vertelt een van de begeleiders, G. J. Bouman, vmbo-docent natuurkunde op het Gomarus.
De groep wandelt tegen achten dicht langs de waterlijn in noordelijke richting, een traject van pakweg 4 kilometer. „Logisch”, zegt Bouman, „dichtbij het water loopt het natuurlijk het lekkerst.”
Onverwacht belandt de groep in het donker op een zogenaamde zandmotor, een opgespoten eilandje voor de kust. „Zo’n zandmotor heeft de vorm van een champignon”, legt Bouman uit, „de steel aan de kust, de ronding van de champignon richting open zee.”
De groep loopt zich nietsvermoedend vast op het kunstmatige eilandje. „Het was pikkedonker, geen maan te zien”, blikt Bouman terug. De leerlingen lijken aan alle kanten ingesloten door opkomend hoogwater.
Paniek slaat toe. „Komen we hier nog wel af”, vragen de oud-vmbo’ers zich vertwijfeld af. Een koude bries waait over zee. Leerlingen houden elkaar warm, wisselen handschoenen en mutsen uit. „Het was echt angstig”, bekent Bouman eerlijk. „Je zag de paniek op de gezichten van de leerlingen. Ik dacht: Dit is foute boel.”
De Gomarus-begeleider besluit het alarmnummer 112 te bellen. „Ik heb gevraagd wat we het beste konden doen.” De meldkamer adviseert de groep te blijven waar ze zijn.
De hulpdiensten rukken massaal uit. Reddingsboten van de KNRM uit Scheveningen en Kijkduin, ambulances en brandweerwagen komen in grote getalen op de gestrande groep toe. „Overal waren zwaailichten en hulpvoertuigen te zien.”
Speciale zandvoertuigen –„met van die enorme wielen”– evacueren de leerlingen van het eilandje, uiteindelijk eenvoudig via de droge verbinding van het schiereiland met de kust . Een van de voertuigen met opgepikte leerlingen komt vast te zitten en moet worden vlot getrokken.
Enkele jongeren worden met onderkoelingsverschijnselen opgevangen in ambulances. Anderen komen op adem –en op temperatuur– in het pannenkoekenhuis van Kijkduin, dat dient als noodopvang en zijn deuren langer openhoudt. Meerdere malen tellen de begeleiders alle leerlingen in de hectische, onoverzichtelijke situatie. „De een zit in een ambulance, een ander in het pannenkoekhuis.” Uiteindelijk blijkt iedereen gered.
Verwondering en dankbaarheid overheersen, stelt Bouman zaterdagochtend geëmotioneerd. Zijn stem stokt. „Je moet er niet bij nadenken… het had ook zo anders kunnen aflopen. Dank aan de hulpdiensten voor de perfecte opvang, maar bovenal dank aan God voor deze redding. We zien hier echt de hand van God in.”
Ook de leerlingen beleven hun redding op deze manier, stelt Bouman. „Ik zie heel wat berichten op Facebook langskomen dat ze God dankbaar zijn. Vmbo’ers zijn heel open, zeggen snel wat ze denken. Bravour zit er natuurlijk ook bij, maar wat ze zeggen is vaak echt gemeend.”
Hoe de groep in zo’n situatie is terechtgekomen is Bouman een raadsel. De docent zegt niet op de hoogte te zijn geweest van de aanleg van het kunstmatige zandeiland voor de kust, dat al eerder dit jaar zwemmers en strandgangers voor verrassingen stelde. „Misschien had ik me nog beter moeten voorbereiden. Maar dat kun je achteraf gemakkelijk zeggen. Zo’n zandmotor verwacht je niet.”
De leerlingen doen zich in het restaurant te goed aan pannenkoeken. Drieenhalf uur later dan gepland gaat de poedersuiker van hand tot hand. De begeleiders schermen hun oud-leerlingen af van buitenwacht. Eerst even op verhaal komen. De groep sluit het angstige avontuur af in het pannenkoekenhuis. Met dankgebed.