„Regeling pgb’s heeft onacceptabele zwakke plekken”
Fraude met persoonsgebonden budgetten (pgb’s) kost de overheid miljoenen euro’s per jaar. Met een speciaal antifraudeplan wil staatssecretaris Van Rijn (VWS) dat voorkomen. Heeft hij de echte fraudeurs in het vizier?
Zomer 2009. Twee leden van een observatieteam van de recherche parkeren hun auto in een woonwijk in Papendrecht. Uit een van de huizen komt een 52-jarige man naar buiten. Hij stapt in een Mercedes en zet koers naar Scheveningen. Eindbestemming is de boulevard. Samen met een vriendin, halverwege de reis opgepikt, beleeft de man een genoeglijke middag. Het is goed toeven langs de Zuid-Hollandse kust, zoveel is duidelijk.
De rechercheurs zijn met stomheid geslagen. De man die voor hun ogen zelfbewust over de boulevard flaneert, is namelijk ernstig ziek. Volgens een psychiatrische diagnose in zijn medisch dossier is hij continue psychotisch, incontinent en kan hij alleen lopen als anderen hem daarbij ondersteunen. Niet dus, zo blijkt.
Enkele weken later is het opnieuw prijs. Een vrouw van middelbare leeftijd stapt uit de auto met haar dochter en kleindochter voor een dagje kleren kopen. In Rotterdam gaan de drie modezaak in, modezaak uit. Er wordt gekeurd en gepast, terwijl de middag voorbij vliegt. De vrouw kan op een normale manier lopen, zonder enige beperking, leggen de rechercheurs in hun observatierapport vast.
Ook dat is opmerkelijk. Volgens de diagnose van een psychiater vertoont zij onrustig gedrag, hoort zij stemmen, ligt zij vrijwel de gehele dag op bed en heeft zij permanente ondersteuning en zorg nodig. De afstand die zij zonder hulp kan lopen, blijft tot maximaal 80 meter beperkt.
Maandag 17 januari 2011 maken twee Rotterdamse officieren van justitie de voorlopige balans op van ruim een jaar observatiewerk. Op vijftien plekken in het land vinden de volgende ochtend huiszoekingen plaats, waarbij vier personen worden opgepakt: de twee psychiaters die de diagnoses stelden bij de patiënten die maandenlang door de observatieteams zijn gevolgd en hun twee assistenten. De zaak, die bij justitie bekend staat als operatie Marque, staat bol van de curieuze details. Zo worden bij de bemiddelaars onder meer twee vuurwapens en meer dan 100.000 euro aan contanten in beslag genomen. In de praktijkruimte van de Turkse psychiater Sinan G. (57) uit Berkel en Rodenrijs vindt justitie een kubieke meter aan medicijnen, ongeveer 25.000 doses.
In de bestuurlijke rapportage Marque van maart 2011 schat de top van het openbaar ministerie dat het „crimineel samenwerkingsverband” (gedoeld wordt op de twee psychiaters en hun assistenten die, zolang ze niet zijn veroordeeld, formeel gezien nog de status van verdachten hebben) voor „tientallen miljoenen euro’s” met gemeenschapsgelden heeft gefraudeerd.
Ziektebeeld
Een groot deel van het schadebedrag bestaat uit opzettelijk onterecht in de wacht gesleepte persoonsgebonden budgetten (pgb’s) voor enkele honderden patiënten. De hoogte van de budgetten varieerde van 6700 tot meer dan 36.000 euro per jaar per cliënt.
Onder meer in de Turkse gemeenschap wierven de twee assistenten klanten voor het aanbod van de psychiaters: hulp bij het doen van een beroep op de pgb-regeling. Deze regeling dateert uit 1995 en biedt patiënten de mogelijkheid om met een overheidsbudget zelf betaalde zorg te regelen, zodat ze niet zijn aangewezen op de hulp van een (thuis)zorginstelling die minder goed in hun zorgbehoefte kan voorzien. Vrijwel alle gegadigden kregen als diagnose psychotisch, dan wel zwaar schizofreen en werden getraind in het veinzen van het bijbehorende ziektebeeld.
In februari 2011 becijferde Zorgverzekeraars Nederland, de koepelorganisatie van zorgverzekeraars en zorgkantoren, dat met pgb-fraudes alleen al voor de jaren 2008, 2009 en 2010 een bedrag van zo’n 6,3 miljoen euro was gemoeid. Dat bedrag wordt zeker niet bij elkaar gegraaid doordat het huidige aantal van circa 135.000 budgethouders de pgb-regeling al dan niet uit onwetendheid massaal oneigenlijk zouden gebruiken. De grote bulk zit bij malafide zorgverleners die onjuiste diagnoses afgeven (3 miljoen) en louche bemiddelingsbureaus die opzettelijk pgb’s aanvragen voor niet of licht hulpbehoevenden (1,9 miljoen).
In de snoeiharde bezuinigingsmaatregelen die staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten (CDA) later in 2011 bekendmaakte om de kosten voor de pgb-regeling terug te dringen, werd het aanpakken van fraude echter niet genoemd. Veldhuijzen gaf de voorkeur aan een paardenmiddel en dreigde 90 procent van de budgethouders uit de regeling te zetten, zodat het pgb alleen zou overblijven voor patiënten met zulke zware beperkingen dat ze eigenlijk waren aangewezen op een verblijf in een instelling.
Dat Veldhuijzen met het fraudebestendiger maken van de pgb-regeling wel degelijk een enorme winst had kunnen maken, bewijst de rapportage Marque. Het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) beoordeelde de honderden, door de assistenten van de psychiaters opgestelde aanvragen voor een pgb zonder meer als terecht en stuurde de indicatiebesluiten op routine door naar het zorgkantoor, dat zorgde voor de financiële vertaalslag en min of meer automatisch de budgetten uitkeerde. Een eitje; zo concluderen de auteurs van het rapport. Patiënten die bij het CIZ een indicatie aanvragen, krijgen zelden bezoek aan huis. De zorgkantoren screenen de potentiële budgethouder slechts bij de zogeheten intensieve controle, die jaarlijks bij maar 5 procent van de aanvragers gebeurt.
Ook de laatste horde, de financiële verantwoording door de ‘patiënten’ van de bestede gelden, viel kinderlijk eenvoudig te nemen. Het invullen van niet bestaande namen, telefoonnummers en burgerservicenummers van zogenaamde hulpverleners die met de pgb’s zouden zijn betaald, volstond. „Een enkele waarschuwing van het systeem dat namen en burgerservicesnummers niet overeenkwamen, was voldoende geweest”, constateren de onderzoekers. Maar helaas: „Op het signaleren van onvolkomenheden in de declaraties zijn de huidige systemen niet gericht.”
De conclusie van de rapportage laat aan duidelijkheid weinig te wensen over: „Het opsporingsonderzoek Marque heeft onacceptabele zwakke plekken in het systeem blootgelegd. Het is van belang dat de betrokken instanties kritisch kijken naar de bestaande pgb-regelingen en deze waar nodig aanpassen.” Saillant genoeg stemt deze conclusie bijna woordelijk overeen met die van het rapport ”Persoonsgebonden Zorg Verantwoord” van februari 2009, dat toen het Marquerapport verscheen al bijna twee jaar op de plank lag. In dit rapport concluderen de bovenregionale recherche Noord- en Oost-Nederland en de FIOD/ECD dat pgb-fraude feitelijk niet strafrechtelijk is te vervolgen. Om cliënten maximale vrijheid te bieden, zijn de regels voor het pgb in 1995 met opzet „ruim” geformuleerd, zo ruim dat er vrijwel geen controlemogelijkheden zijn ingebouwd. Staatssecretaris Bussemaker (PvdA) ontkende op 20 februari 2009 dat het een „vertrouwelijk” rapport betrof, maar kon niet verklaren waarom het ministerie het pas openbaar maakte, nadat het tv-programma NOVA de openbaarmaking had afgedwongen met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur.
Ook het Marquerapport haalde de Kamer, en wel toen SP-Tweede Kamerlid Leijten een jaar na publicatie informeerde of er nog iets met de robuuste aanbeveling ging gebeuren. Veldhuijzen verwees daarop op 20 maart dit jaar naar de regiegroep verbetering zorgfraudebestrijding, „waarin de politie en de opsporingsdiensten FIOD en SIOD kennis uitwisselen” om de opsporing van onder meer pgb-fraude te verbeteren. Met een korzelig: „Ik ga ervan uit dat ook de aanbevelingen uit het genoemde rapport in dit gremium worden gedeeld en zie geen aanleiding dit te onderzoeken”, konden Leijten en met haar de Kamer het doen.
„De vraag is of dergelijke fraudegevoelige regelingen zouden moeten blijven bestaan”, verzuchtten twee onderzoekers van de inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die op 24 augustus het rapport ”Fenomeenonderzoek PGB-fraude in Nederland” publiceerden. Na ”Persoonsgebonden Zorg Verantwoord” en ”Bestuurlijke Rapportage Marque” is het het derde rapport dat de ernst van de pgb-fraude door met name louche bemiddelingsbureaus en malafide zorgverleners onderkent.
Saus
En ziedaar; op 2 februari maakte staatssecretaris Van Rijn dan eindelijk een antifraudeplan wereldkundig. „Maar daarmee neemt hij vooral individuele budgethouders op de korrel”, zegt GroenLinks-Tweede Kamerlid Voortman. „De echte fraudeurs blijven opnieuw buiten schot.”
Voortman, Kamerlid sinds juni 2010, zag de afgelopen jaren meerdere kabinetsvoorstellen voorbijkomen om het pgb toekomstbestendiger te maken. „Maar in de media gooien bewindspersonen steeds een saus van fraudebestrijding over die maatregelen heen. Het zou de staatssecretaris sieren als hij onomwonden toegeeft dat het probleem niet in de eerste plaats ligt bij die kleine groep budgethouders die, vaak uit onwetendheid, weleens in de fout gaan. Het kan niet zo zijn dat mensen straks geen pgb meer durven aanvragen, omdat ze bang zijn als graaier te worden gezien.”
Uit ongenoegen over het eenzijdige actieplan diende Voortman op 6 december een motie in waarin ze Van Rijn opriep niet alleen de controle bij pgb-houders te verhogen, maar ook het toezicht op fraude bij bemiddelingsbureaus en andere partijen te verscherpen. Met succes; een Kamermeerderheid van SGP, ChristenUnie, VVD, 50PLUS, GroenLinks, PvdA, PvdD en SP (samen 110 zetels) stemde dinsdag voor.
Voortman: „Het wachten is nu op een antifraudebeleid dat zich richt op het bestrijden van uitwassen. Niet op een plan waarmee het kind met het badwater wordt weggegooid.”
Audi, Renault, Chrysler
Loopt de strafzaak tegen Sinan G. en Jos G. nog steeds, Samantha P. (50) zit inmiddels achter de tralies. Voor tweeënhalf jaar, vonniste de rechtbank Zwolle op 23 maart.
Haar cliënten, veelal jonge, alleenstaande moeders met kinderen, klopten aan bij haar zorgbedrijf in Lelystad voor langdurig verblijf; iets wat niet kan worden gefinancierd met pgb-gelden. Wat wel kan, zo ontdekte P., is cliënten pgb’s laten aanvragen voor zware psychologische begeleiding, vanwege niet-bestaande trauma’s, zelfmoordneigingen en nachtmerries. Voor de ongeveer zeventig cliënten die tussen november 2005 en november 2010 bij haar verbleven, sleepte P. het duizelingwekkende bedrag van 5.027.938,19 euro aan pgb’s in de wacht.
P. regelde de lichtste vorm van hulpverlening en dwong cliënten de zeggenschap over de besteding en verantwoording van de pgb’s uit handen te geven. Wie wil weten waaraan ze de pgb’s besteedde, leze het vonnis: aan een hoeveelheid sieraden en horloges; een auto van het merk Audi, type A 4 cabriolet; een auto van het merk Renault, type Mégane cabriolet, en een auto van het merk Chrysler, type 300 C, en een vijftal woningen.