Eerste richtlijn voor abortusartsen gepresenteerd
UTRECHT – De eerste richtlijn voor zorgverlening door abortusartsen is vrijdag in Utrecht gepresenteerd door het Nederlands Genootschap van Abortusartsen (NGvA).
Vrijwel alle medische specialismen werken al jaren volgens richtlijnen die de kwaliteit van de door hen verleende zorg moeten waarborgen. Het is dan ook opvallend dat er nu pas voor het eerst een richtlijn is opgesteld waarin is vastgelegd waar kwalitatief goede en veilige zorg rond een abortus aan moet voldoen. In Nederland is abortus immers al ruim 25 jaar –sinds 1 november 1984– bij wet geregeld.
In totaal stelde het NGvA vijf richtlijnen op: begeleiding, behandeling, nazorg, hygiëne en pijnbestrijding. Een belangrijk knelpunt daarbij bleek het gebrek aan goede wetenschappelijke studies om de regels te kunnen onderbouwen. De opstellers baseerden zich dus in belangrijke mate op de huidige praktijk in abortusklinieken. Een opvallend detail: in de documenten wordt de term abortus alleen gebruikt als deze spontaan plaatsheeft. Anders hebben de auteurs het consequent over zwangerschapsafbreking.
Het duurde lang voordat de richtlijnen waren opgesteld; al in 2006 liet toenmalig staatssecretaris Ross (CDA) weten, in antwoord op vragen die de ChristenUnie in de Kamer stelde, dat er een richtlijn in de maak was. Het genootschap was daar in 2005, onder voorzitterschap van Willem Beekhuizen, uit eigen beweging mee begonnen.
Voor het proces ontving het NGvA subsidie van het ministerie van VWS. Een voorwaarde voor financiering was dat de klinieken zich ook daadwerkelijk aan de regels zouden gaan houden. Om aan die voorwaarde te voldoen, krijgen klinieken in de toekomst elke vijf jaar een visitatiebezoek.
Uit een eerste bezoekronde bleek dat er vaak nog wel het nodige moet veranderen voordat een abortuskliniek volledig aan de nieuwe richtlijnen voldoet.