Hoge prijs voor garnalen en platvis
ARNEMUIDEN – Scheepsrampen, een veldslag op de Vlissingse kade met de mobiele eenheid, een Engelse luchtaanval op de ARM 11; fotograaf en verzamelaar C. L. van Dijke schreef een boek over de Arnemuidense visserijgeschiedenis.
”De visserij van Arnemuiden. De schepen en hun bemanning” is allereerst een kijkboek. Al tientallen jaren is Van Dijke gefascineerd door vissersschepen. De hobbyfotograaf zette voor dag en dauw zijn wekker om zo veel mogelijk vaartuigen op de gevoelige plaat vast te leggen.
Dat ging ook weleens mis. „Dan bleek dat op het moment suprême er geen fotorolletje in de camera zat. Of ik was bij een getijdehaven waar grote kotters alleen bij hoogwater binnenlopen”, aldus de Arnemuidenaar. Eén keer werd Van Dijke zelfs bijna met camera en al van een pier afgeslagen door hoge hekgolven van enkele passerende kotters.
De verzamelwoede van Van Dijke resulteerde in een meer dan 300 pagina’s tellend boek. Vrijwel iedere bladzijde bevat één of meer foto’s. „Al geruime tijd liep ik met het idee een en ander aan het papier toe te vertrouwen. Ik wilde een beeld geven van de ontwikkeling van de visserij door de jaren heen”, aldus de verzamelaar.
De visserijgeschiedenis van Arnemuiden begint in het boek rond 1800. De inwoners van het dorp beschikken over enkele grote sloepen waarmee ze de Noordzee bevaren, op zoek naar garnalen en platvis. Is de visserij eerst nog een vrij beroep; het duurt niet lang voordat de overheid zich in het vrije vissersleven mengt. Alle vissersvaartuigen krijgen vanaf 1881 de verplichting een onderscheidingsteken te voeren. Dertig jaar later volgt er een registratieplicht.
Door de voortschrijdende techniek van de twintigste eeuw worden de schepen groter en krachtiger. De Arnemuidense kottervloot groeit gestaag en de visvangsten bereiken record na record. Dit is voor de overheid reden om opnieuw in te grijpen en de overbevissing aan banden te leggen door de invoering van vangstquota.
Het gevolg van deze maatregel is dat grote hoeveelheden vis achterblijven op kotters en ’s nachts illegaal worden gelost. In 1988 loopt een actie van het ministerie van Landbouw en Visserij om orde op zaken te stellen, volledig uit de hand. Bij controle van een kotter op de Vlissingse kade raakt de bemanning slaags met de Algemene Inspectiedienst (AID).
Als vervolgens toegelopen vissers en sympathisanten zich er ook mee gaan bemoeien, ontstaat er een complete veldslag tussen AID, mobiele eenheid en politie. De quota zijn er uiteindelijk de oorzaak van dat sommige kottereigenaren geen andere oplossing zien dan hun bedrijf te beëindigen.
Met de stijging van de gasolieprijs ontstaat in 2008 een volgend probleem. Opnieuw neemt een aantal reders de kotter uit de vaart. Andere vissers proberen met alternatieve visserijmethoden het olieverbruik te verminderen.
In 2011 gloort er een vonkje hoop voor de Arnemuidense vissers: voor het eerst in jaren gaat het scholquotum met 15 procent omhoog. Enkele ex-vissers gooien opnieuw de netten uit. De toekomst op zee blijft echter ongewis.
Uitvoerige aandacht in het boek krijgen de vele ongelukken op zee. Een plotseling opstekende storm, mist, een groot zeeschip, een losgeslagen zeemijn; alle eisten in de loop der jaren tientallen visserslevens.
In een ooggetuigenverslag vertelt Blaas Meulmeester hoe in 1888 tijdens een sneeuwstorm De Vrouw Clazina verging voor de Engelse kust en hij na 35 uur als enige van de zeven opvarenden werd gered. Een artikel in de PZC van 1946 beschrijft hoe de ARM 1 en ARM 3 in de diepte verdwenen nadat deze op een mijn voeren. „De vis wordt duur betaald. Te duur soms…” aldus de krant.
”De visserij van Arnemuiden. De schepen en hun bemanning”, C. L. van Dijke (c.l.vandijke@zeelandnet.nl); ISBN 978 90 9027 257 3; 336 blz.; € 35.