Teloorgang van het tijdschrift over jeugdliteratuur
Leesgoed, een aantrekkelijk vormgegeven tijdschrift over jeugdboeken met informatie over nieuwe titels, lesideeën en interviews met auteurs, houdt op te bestaan. Deze maand verschijnt het laatste nummer. Wat blijft er over voor de lezende en leesbevorderende leraar en bibliothecaris?
Dat de ontlezing heeft toegeslagen, is oud nieuws. Al jarenlang wordt daarover geklaagd. Leerkrachten in het basis- en het voortgezet onderwijs spannen zich ervoor in om hun leerlingen warm te maken voor een mooi boek, een goed verhaal. Zij halen hun informatie uit allerlei bronnen: tijdschriften, digitale platforms, de taalmethode, websites van boekwinkels en brochures van uitgeverijen.
Voor veel mensen uit het onderwijs was het tweemaandelijkse tijdschrift Leesgoed (voluit: ”Leesgoed. Tijdschrift over kinderboeken”) tot op heden hét blad over kinder- en jeugdliteratuur en leesbevordering. Het bevatte per keer zo’n vijftig pagina’s met artikelen over boeken voor lezers van nul tot en met vijftien jaar, over lezen en nieuwe media, leesbevordering, leesonderwijs en onderzoek naar leesgedrag en daarnaast interviews, voorpublicaties, recensies en nieuws. Voor leerkrachten was het vaste katern Boekidee misschien wel het belangrijkst. Dat voorzag hen van praktische, pasklare tips en lessuggesties over het werken rond boeken. Want aan tijd om heel veel zelf uit te zoeken ontbreekt het vaak.
Stijlvol
Leesgoed verscheen in 1973 voor het eerst. Het begon als mededelingenbulletin onder de naam ”En nu over jeugdliteratuur”. In 1986 veranderde de naam in Leesgoed. Tien jaar geleden zijn ook de tijdschriften Schoolmediatheek en Boekidee in Leesgoed opgegaan. Het tijdschrift was bestemd voor iedereen die belang stelt in kinder- en jeugdliteratuur of werkt met jonge lezers en boeken.
Twee jaar geleden werd de vormgeving van Leesgoed drastisch aangepast. De felgekleurde omslag verdween en er kwam een stijlvolle, soberder lay-out voor terug. Een verbetering, maar het mocht niet baten. Op 26 september nam uitgever NBD/Biblion het besluit met Leesgoed te stoppen. De reden? De groei in het aantal abonnees laat te wensen over en advertentie-inkomsten blijven achter.
Vorig jaar kwam er ook al een einde aan het tijdschrift Jeugdliteratuur in praktijk. Dat maakte precies vijftien jaar vol. Het bood een goede ondersteuning bij de jeugdliteratuurlessen in het onderwijs: elk nummer bevatte direct toepasbare lessuggesties bij boeken voor jongeren van 12 tot 18 jaar.
Vlaanderen
Het is opmerkelijk dat het bij de zuiderburen minder slecht gaat. Het Vlaamse jeugdliteratuurtijdschrift De Leeswelp lijkt te floreren. Onlangs zocht de redactie nog nieuwe recensenten. Het tijdschrift heeft twee familieleden: De Leeswolf, een klassiek tijdschrift over volwassenenliteratuur, en De Wolfsprent, een digitale variant over stripboeken.
De Vlaamse literatuurwetenschapper Vanessa Joossen is van mening dat De Leeswelp het nog steeds goed doet omdat de Vlaamse bibliotheken erin participeren. Daardoor kan het wel een stootje hebben. De drie tijdschriften worden uitgegeven door Vlabin-vbc, het Vlaams Bibliografisch Informatiecentrum. Dat ondersteunt openbare en schoolbibliotheken, archieven en documentatiecentra in de uitbouw van een boekencollectie van niveau. Zowel inhoudelijk als formeel worden er eisen aan het jeugdboek gesteld. Vlabin-vbc participeert in diverse werkgroepen en werkt onder andere samen met de Stichting Lezen en de Nederlandse organisatie NBD/Biblion.
Dat NBD/Biblion bij de Vlaamse literatuurtijdschriften een vinger in de pap heeft, is bij velen niet bekend. Misschien verwacht de uitgever nu Leesgoed beëindigd wordt een grotere markt voor De Leeswelp? We zullen zien of De Leeswelp straks hier gepromoot wordt. Het is wel veelzeggend dat de Vlamingen ons voorgaan: niet alleen op het gebied van taal en spelling, maar eveneens op dat van de letterkunde. Op een onlangs gehouden studiedag over jeugdliteratuur in Gent waren de jonge jeugdliteratuuronderzoekers die een lezing hielden, allemaal Vlaamse dames. Er waren wel Nederlandse present, maar die vormden het gehoor.
Maar daarin kan verandering komen. Het is niet allemaal kommer en kwel: sinds kort biedt Tilburg University een master jeugdliteratuur aan.
Literatuur zonder leeftijd
Voor boekenliefhebbers met wetenschappelijke belangstelling voor jeugdliteratuur is Literatuur zonder Leeftijd (LZL) er nog. Het circa 140 pagina’s tellende blad verschijnt drie keer per jaar. LZL probeert de traditionele grenzen van de kinder- en jeugdliteratuur te verkennen. Dat kan gaan om grenzen tussen jeugd- en volwassenenliteratuur, maar ook tussen literatuurwetenschap en pedagogiek, tussen literatuur en andere kunstuitingen voor kinderen, tussen verhalende en informatieve boeken en tussen literatuur en lectuur. Interessante thema’s om over na te denken.
Voor de korte artikelen en de recensies zijn we voorlopig op de zuiderburen aangewezen, voor de lesideeën op internet en voor de investering in de toekomst op Tilburg.
Handig en aantrekkelijk
Nancy van de Bree, tot voor kort docent Nederlands op Helinium in Hellevoetsluis, las Leesgoed graag. De school had een abonnement en dat was aan de leerkrachten besteed. Van de Bree: „Het tijdschrift was handig, omdat je er even snel in kon lezen in de pauzes. De artikelen waren kort en er stonden veel praktische tips in. Bij de genoemde boeken stonden vaak leuke lesideeën. Het blad gaf ook achtergrondinformatie over boeken en schrijvers en af en toe stond er iets over een recent onderzoek in. Het tijdschrift zag er aantrekkelijk en overzichtelijk uit. Ik haalde er wel eens lessen uit voor het fictieonderwijs. Als je die zelf moet ontwerpen, schiet het er vaak bij in. Nu lees ik veel jeugdboeken en daar probeer ik ook lessen bij te maken, maar het gaat moeizamer. Ik merk dat de leerlingen bij een goede les alerter waren. Jammer dat er nu nog maar weinig tijdschriften zijn die zich richten op het lezen van kinderen.
Door Leesgoed en door ”Jeugdliteratuur in praktijk” werd ik elke keer enthousiast gemaakt en dat bracht ik over op de leerlingen. Ik herinner me leuke lessen aan de hand van een boek van Simone van der Vlugt. Ik las kleine stukjes tekst met de kinderen, en besprak die. De kinderen kregen inzicht in scènes en in de opbouw van het boek. Ze leerden dus verder kijken dan het verhaal en daardoor gingen ze het lezen leuker vinden. Dat heb ik meer dan eens van ze gehoord. En de échte leeskinderen pasten dit ook op andere boeken toe. Prachtig!
Ook Hermke Groeneveld, bibliothecaresse bij Driestar Educatief, betreurt het einde van Leesgoed. „Ik vond het een prima tijdschrift om bij te blijven. Uit het enorme jeugdboekenaanbod kreeg je een selectie onder ogen en dan ging het altijd om titels die boven de middenmoot uitsteken. De recensies vond ik waardevol; ik haalde op grond daarvan uit ieder nummer wel aanschaftips. Recent nog ”Kelderkind” van Kristien Dieltiens, een mooi boek! Ik las niet alle achtergrondartikelen, maar keek wel altijd goed naar de lesideeën. Voor de studenten van de hogeschool waren die vaak de moeite waard. Gelukkig hebben we nu De Leeswelp nog. Daar staan helaas geen lesideeën in, maar je komt via het tijdschrift toch op auteurs en titels die je zelf niet zomaar ontdekt.”