Het Woord
Deze psalm werd David ingegeven door de Heilige Geest. Hij houdt deze psalm voor een gouden kleinood en hij klaagt over de blindheid van het grootste deel van de mensen, die tonen dat ze door Gods Geest nog niet recht zijn verlicht. Ze doen weinig moeite om Gods Woord als een gouden kleinood in hun hart te bewaren. Horen ze dat Woord, dan laten ze het door de satan direct uit hun hart stelen.Gewis, als ze Gods Woord maar in waarheid zagen als een gouden kleinood, dan zouden ze er zorg voor dragen om het zorgvuldig te bewaren. Maar nu geven zij de Heere reden om te klagen. Dit is een ernstige vermaning, opdat wij de waarde van Gods Woord leren kennen; dat het in waarde de allerkostbaarste gouden sieraden te boven gaat. Alleen het Woord kan ons wijs maken tot zaligheid. Het is het zwaard van Gods Geest, waardoor wij de duivel, de wereld en al onze geestelijke vijanden kunnen overwinnen.
Zonder dat Woord zijn wij als naakte soldaten te midden van de zwaarden van onze vijanden. Gods Woord is een troost in onze droefheid, een licht in onze duisternis, ja, een leven in onze dood. Het is het leven voor onze ziel. Zonder dat kunnen wij niet anders dan als blinden voortgaan van duisternis tot duisternis. Totdat wij ten laatste zullen verzinken in de eeuwige duisternis.
Joos van Laren, predikant te Vlissingen (Korte en bondige verklaring over de zestiende psalm, 1669)