De Pool moest weg van een grasveldje in Bleiswijk, waar hij lag te slapen. Over de Poolse zwerver in Bleiswijk waren al eerder klachten van overlast binnengekomen.

Voor ontvoering, doodsbedreiging en misbruik van gezag heeft de agent een half jaar gevangenisstraf gekregen, waarvan de helft voorwaardelijk. De politie heeft hem inmiddels ontslagen.

Volgens de rechter staat vast dat de politiemensen de dakloze lieten knielen en dat de hoofdagent toen zijn wapen op hem richtte, met de mededeling dat ze hem nooit meer wilden zien. Ze legden een schep naast hem neer en zeiden zoiets als: „begin maar vast te graven”. De Pool dacht dat hij zijn eigen graf moest graven. „Hij heeft doodsangsten uitgestaan”, aldus de rechtbank.

Dat de hoofdagent en zijn medeverdachte acht maanden hun mond hebben gehouden over het voorval vindt de rechter „bijzonder laakbaar”. Pas toen binnen het politiekorps steeds meer verhalen de ronde deden, stapte de tweede agent ermee naar zijn leidinggevende. De Pool zat toen alweer in Polen; hij is daar opgespoord en gehoord.

De rechtbank vindt dat er geen andere straf dan een gevangenisstraf opgelegd kan worden aan de hoofdagent. Hij heeft zich immers niet alleen heel slecht gedragen, hij heeft daardoor ook het imago van de politie beschadigd. Bovendien ziet hij volgens de rechtbank ook nog eens niet in dat hij iets strafbaars heeft gedaan en ziet hij zichzelf vooral als slachtoffer. Wel heeft de rechter er rekening mee gehouden dat hij nog niet eerder is veroordeeld voor zoiets en dat de ex-agent volgens eigen zeggen door zijn ontslag in een isolement is terechtgekomen.