Kerk & religie

Ds. H. Molendijk: Als je geen roeping van boven hebt, kun je niet preken

GRAFHORST – De boeken die voor hem het belangrijkst zijn, staan in een rijtje op zijn bureau. Daartussen veel werken van James Durham, John Flavel en Samuel Rutherford. „De Engelsen en de Schotten zijn mij het liefst. Hun leer bemin ik bijzonder.”

Jan van ’t Hul
13 December 2012 09:06Gewijzigd op 15 November 2020 00:47
Op oudejaarsavond preekt ds. H. Molendijk (71) voor het laatst in de oud gereformeerde gemeente te Grafhorst. Om gezondheidsredenen gaat hij met emeritaat. Foto Dick Vos
Op oudejaarsavond preekt ds. H. Molendijk (71) voor het laatst in de oud gereformeerde gemeente te Grafhorst. Om gezondheidsredenen gaat hij met emeritaat. Foto Dick Vos

Wat hebben Engelsen en Schotten wat Nederlanders bijvoorbeeld niet hebben? „Priesterlijke bewogenheid met het lot van hun medereizigers op weg en reis naar de eeuwigheid. En een oprechte honger en dorst om aan zondaren het Evangelie te verkondigen.”

Wat op het bureau van ds. H. Molendijk, oud gereformeerd predikant in het Overijsselse Grafhorst, ontbreekt, is een pc. „In de zeventien jaren dat ik predikant mocht zijn, heb ik een computer nooit gemist. Ik hoop op eerste kerstdag 72 jaar te worden. Waarom zou ik er dan nu nog aan beginnen?”

Aan de wand van zijn studeerkamer hangt de tekst uit Lukas 9: „Niemand, die zijn hand aan de ploeg slaat, en ziet naar hetgeen achter is, is bekwaam tot het Koninkrijk Gods.” Ook met het emeritaat in het vooruitzicht ziet ds. Molendijk niet naar hetgeen achter is, maar naar wat nog voor hem ligt. „De tijd is voorts kort. Alles gaat voorbij. Ik kan er soms zo naar uitzien om ontbonden te worden en bij Christus te wezen. Dat is mij verreweg het beste. Met Job mag ik soms zeggen: Mijn nieren verlangen zeer in mijn schoot.”

Samen met zijn echtgenote keert ds. Molendijk in januari terug naar Nieuw-Beijerland in de Hoeksche Waard, de streek waar ze beiden vandaan kwamen. Daar wonen twee van hun kinderen. „We zijn allebei op, oud en versleten, mijn vrouw en ik. Het is goed voor ons om dichter bij de kinderen te zijn.”

Er was nog een derde kind, 
Petra. „Ze stierf in 1980, in de leeftijd van 12 jaar. Maar ze leeft eeuwig. Petra is in de hemel. Ik hoop er ook heen te reizen.”

Zal er in de hemel herkenning zijn? „Dat geloof ik wel. Maar het zal wel even duren voordat ik mijn dochter daar zie. Ik zal eerst veel tijd nodig hebben om naar Hem te zien, Die mijn ziel liefheeft.”

Petra kreeg op de leeftijd van 
2 jaar een ernstige hersenbeschadiging, waardoor ze verstandelijk en lichamelijk gehandicapt raakte. „We hebben tien jaar voor haar mogen zorgen. In die tien jaar heb ik haar in gedachten wel duizend keer begraven. Een kind te moeten missen is een heel zwaar kruis. Maar voor ons is het ook een zoet kruis. We hebben gezien dat ze mocht delen in de zoete gemeenschap met Christus. Bij haar werd in alle nood een grote vrede des Geestes gezien en gemeenschap met de weg die God met haar ging. Het was wel een moeilijke tijd, maar er was honing aan de roede.”

Hermen Molendijk werd op 25 december 1940 geboren aan de Zinkweg, een buurtschap tussen Oud- en Nieuw-Beijerland. In zijn jonge jaren werkte hij bij een tuinder en een fruitkweker. Later werd hij in Westmaas mededirecteur van een agrarisch toeleveringsbedrijf, waar hij 33 jaar lang zou blijven.

Van huis uit behoorde Molendijk tot de Nederlandse Hervormde Kerk. Van zijn 21e tot zijn 30e jaar was hij ouderling in de hervormde gemeente in Oud-Beijerland. Daarna was hij enkele jaren onkerkelijk. „We zochten wel naar de waarheid, maar we konden er niet toe komen om ons ergens bij aan te sluiten. Dus lazen we thuis de oudvaders en soms gingen we hier en daar naar de kerk. Maar dat was voor onze opgroeiende kinderen geen ideale situatie. Toen ds. A. Moerkerken naar Nieuw-Beijerland kwam, hebben we ons aangesloten bij de Gereformeerde Gemeenten. Onder zijn prediking heb ik gegeten en gedronken. Tussen hem en ons zijn banden gevallen die de eeuwigheid zullen verduren.”

In een weg van „onbegrepen overwegingen” ging Molendijk over naar de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland, waar hij in 1996 preekconsent kreeg. Ds. T. Klok bevestigde hem op 27 augustus 1997 als lerend ouderling van de gemeente in het Zeeuwse Oosterland. Twee jaar later werd hij in die gemeente predikant. Sinds 2007 staat ds. Molendijk in Grafhorst.

„Preken is het liefste werk dat ik doe. Van onze kant is preken wel iets onmogelijks. Als je geen roeping hebt, en als de Heere geen zalving geeft van Zijn Geest, kun je niet preken. Je kunt wel wat zéggen, maar dat is geen preken, dat is niet de volle raad Gods verkondigen.”

Afscheid nemen van Grafhorst zal nog zwaar vallen, denkt ds. Molendijk. „We zijn hier met innige banden aan de gemeente verbonden. Maar het is goed wat de Heere doet. De wijzers van mijn levensklok zitten al in de schaduwzijde. Ik zie uit naar het einde, om dan eeuwig te mogen leven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer