Hoopvol
Er is de laatste tijd veel geschreven over jongeren. De aanstormende generatie blijkt tevens een grenzeloze en hunkerende generatie te zijn. De jongste publicatie draagt de titel ”Verweesde generatie”. ’t Is wel ingewikkeld geworden. In mijn jeugd was er maar één generatie: de patatgeneratie. Weinig vleiend overigens, maar je wist in elk geval waar je aan toe was.
Waardevolle boeken trouwens, daarover geen misverstand. Het boekje van Els van Dijk over ”De hunkerende generatie” heeft me echt geraakt. Van de pennenvrucht van drs. Toes zag ik alleen nog maar de kaft, maar ik ga het zeker lezen. Lazen opvoeders maar meer!
Toch gingen mijn gedachten terug naar het advies van een opiniemaker in onze kring. Hij adviseerde ouders om geen opvoedingsboeken meer te lezen. Die zijn er al te veel, je wordt er alleen maar onzeker van. Opvoeden moet je niet leren uit een boek, je moet het gewoon doen. Dit advies gaat wel erg kort door de bocht, maar ik begrijp zijn punt.
Bij zo veel geschrijf kan ik echter niet achterblijven. Al langere tijd werk ik aan een volgend deeltje in deze generatieserie. Het is een nogal omvangrijk project. Het meeste accent ligt op de eerste drie hoofdstukken. Die zie ik als mijn levenswerk, ik werk er al ruim negen jaar aan. Ik schrijf ze samen met mijn vrouw. Ze beginnen vorm te krijgen, maar zijn nog lang niet af. Het werken aan deze drie hoofdstukken heeft in mijn leven hoge prioriteit. Doorgaans beleef ik er veel vreugde aan. Soms denk ik: Waar ben ik aan begonnen. Het komt geregeld voor dat ik midden in de nacht opsta om verder te werken, vooral hoofdstuk 3 kost me ’s nachts nogal wat inspanning.
Een tijdlang heb ik gewerkt aan een hoofdstuk over kerkelijk jeugdwerk. Maar dat hoofdstuk wordt inmiddels door anderen verder geschreven. Dat geldt ook voor het hoofdstuk over tienerevangelisatie. Sinds enige tijd schrijf ik mee aan het hoofdstuk over catechese. Dat kun je een uitdaging noemen, het is vooral een roeping.
Gelukkig schrijf ik niet alleen. Mijn hele generatie schrijft mee. Talloze ouders, grootouders, docenten, ambtsdragers, jeugdwerkers, pedagogen en anderen schrijven mee aan de toekomst van de komende generatie. De recente publicaties houden ons een gezonde spiegel voor. Zolang ze ons maar niet tot een onzekere generatie maken.
Wij schrijven namelijk niet op eigen initiatief. Iemand heeft ons opgedragen om onze bijdrage te leveren. Als we de moed verliezen, mogen we terugvallen op Zijn opdracht. Dankzij Hem zal ons geploeter niet vruchteloos zijn. Daarom schrijven we onder deze titel: ”Hoopvolle generatie”.