Ruim 150 edities Deux-Aesbijbel
AMSTERDAM – De Deux-Aesbijbel, die bij de gereformeerden in gebruik was voor de komst van de Statenbijbel, heeft meer dan 150 edities geteld. „Ik ben ervan overtuigd dat de verblijfplaats van een groot aantal van die edities nog onbekend is.”
AMSTERDAM – De Deux-Aesbijbel, die bij de gereformeerden in gebruik was voor de komst van de Statenbijbel, heeft meer dan 150 edities geteld. „Ik ben ervan overtuigd dat de verblijfplaats van een groot aantal van die edities nog onbekend is.”
Aan het woord is prof. dr. A. A. den Hollander, leider van het project Biblia Sacra, Bibliografie van in België en Nederland gedrukte Bijbels (BBNB), een samenwerkingsproject van de Universiteit van Amsterdam (UvA), de Vrije Universiteit (VU) te Amsterdam en de Katholieke Universiteit Leuven (België).
Het project startte in 2000 met een beschrijving van de Bijbels die van 1477 (Delftse Bijbel) tot en met 1553 verschenen zijn. Nadat het project was afgerond, ging een veel ambitieuzer onderzoek van start: het samenstellen van een bibliografie van alle in de Nederlanden gedrukte Bijbeluitgaven in de Nederlandse, Franse of een andere taal in de periode 1554 tot 1800. Een gedeelte van het resultaat van het speurwerk is te zien op de website www.bibliasacra.nl.
De eerste druk van de Deux-Aesbijbel verscheen in 1562 in Emden bij Gillis van der Erven. In 1565 kwam in dezelfde plaats een uitgave op de markt met taalkundige verbeteringen. In 1572 werd de Deux-Aesbijbel voor het eerst in de Nederlanden gedrukt, in Dordrecht.
Bekend is een uitgave uit 1581 met kanttekeningen van de Leidse predikant Petrus Hackius. Van deze Bijbel verscheen een aantal herzieningen, de laatste in 1625. Die was gemaakt door Sixtinus Amama, hoogleraar Hebreeuws aan de universiteit van Franeker. Daarin was opgenomen het in 1617 verschenen Nieuwe Testament van de Zeeuwse theoloog Herman Faukelius. Deze uitgaven hebben langzaam maar zeker de oorspronkelijke Deux-Aesbijbel vervangen. De laatste uitgave van de Deux-Aesbijbel verscheen in 1632.
Er zijn nog veel meer edities geweest. Prof. Den Hollander schat dat het totale aantal uitgaven van de Deux-Aesbijbel meer dan 200 bedraagt. Doorgaans ging het om oplagen van 200 tot 500 exemplaren, met uitschieters tot misschien wel 1000.
Twaalfjarig Bestand
De hoogleraar ziet een vijftal periodes waarin grote aantallen Deux-Aesbijbels van de pers kwamen. De eerste periode was vanaf 1572, toen veel steden voor Oranje kozen en er in grote delen van de Nederlanden vrijheid voor de calvinisten kwam. Het tweede tijdvak betrof de periode vanaf 1580, na de overgang van Amsterdam, waar vanaf die tijd veel Bijbels gedrukt zouden gaan worden. Ook de jaren na 1590 zijn sterk vertegenwoordigd.
Opvallend is de hausse tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621). „Er zijn ons 53 edities bekend uit die tijd. Uit het even lange tijdvak voor het bestand zijn er ons niet meer dan dertien bekend. In de twaalf jaren die volgden op het bestand, toen er al besloten was tot een nieuwe vertaling, verschenen er nog twintig edities, met een piek in het late verschijningsjaar 1632.” Een verklaring voor het grote aantal toen gedrukte Bijbels zoekt hij zowel in de economische opleving als in de toegenomen calvinisering van de samenleving.
Prof. Den Hollander vermoedt dat het een hele klus wordt om de nog onbekende edities (complete Bijbels of alleen Nieuwe Testamenten) op te sporen. Dat ze er zijn, staat voor hem als een paal boven water. Voor het toevoegen van een editie aan het officiële bestand zijn dikwijls twee exemplaren nodig, maar van talrijke uitgaven is er slechts één bekend. Van een van de allereerste drukken van het Nieuwe Testament van Johannes Dyrkinus uit 1563 wordt slechts een beschadigd exemplaar bewaard bij het Nederlands Bijbelgenootschap te Haarlem.
De Vrije Universiteit in Amsterdam beschikt over veertig Deux-Aesbijbels, waarvan elf unieke. In vier gevallen is er behoefte aan een tweede exemplaar wegens onvolledigheid of beschadiging. Projectmedewerker bibliograaf Mathieu Knops: „Van een uniek Nieuwe Testament in het Statenbijbelmuseum in Leerdam ontbreekt de titelpagina. Verschijningsjaar, uitgever en drukker ervan zijn gebaseerd op de bijgebonden psalmen, in hetzelfde lettertype en met identieke opmaak, uitgegeven in Den Haag door Van Wouw in 1606 en gedrukt in Delft bij Schinckel.”
Namen voorin
De gewoonte om de namen van de gezinsleden voor in de Bijbel te schrijven, was in de tijd van de Deux-Aesbijbel nog niet sterk ontwikkeld. In het Statenbijbelmuseum bevindt zich een Deux-Aesbijbel van een Leidse editie uit 1608. Opmerkelijk zijn de voorin ingevoegde schutbladen met vermeldingen van geboorten in Emden in het laatste kwart van de zestiende eeuw. Knops: „Mogelijk heeft een lid van een uit de Nederlanden naar Emden gevluchte familie die teruggekeerde de Bijbel vervangen maar zijn de schutbladen behouden.”
Binnenkort komt Biblia Sacra met een stand van zaken en een oproep aan verzamelaars om onbekende uitgaven te melden. Prof. Den Hollander: „We hebben niet de illusie alle Deux-Aesbijbels op te sporen, maar denken wel ver te komen.”
Ten minste 67 deeluitgaven bekend
Een van de opmerkelijke gegevens uit het onderzoek van de Deux-Aesbijbels vormt het hoge aantal deeluitgaven, waarvan er 67 bekend zijn. Uitgevers (boekhandels) plaatsten dikwijls een gezamenlijke bestelling bij een drukker. De afgeleverde Bijbels verschilden dan alleen qua voorblad, waarop de naam van de uitgever stond. Diverse deeluitgaven –soms waren dat er wel vijf– vormden samen een editie.
Projectmedewerker van Biblia Sacra bibliograaf Mathieu Knops noemt als voorbeeld een in 1594 door Paets en Bouwens in Leiden gedrukte Deux-Aesbijbel, waarvan twee titelpagina’s bestaan, de ene van boekhandel Jacobsz en de andere van zijn collega Claesz, beide uit Amsterdam. „De Gereformeerde Bijbelstichting in Leerdam bezit een uniek exemplaar. Van dat exemplaar is de titelpagina op historisch uitziend papier gekopieerd en op de plaats van het verdwenen originele titelblad ingevoegd.
Het is niet duidelijk tot welke deeluitgave het Leerdamse exemplaar behoort, aangezien de titelpagina van de variant Jacobsz verloren gegaan kan zijn of is vervangen door een kopie van de versie Claesz. De kopie van het titelblad stamt van een exemplaar dat wij nu niet meer kennen.”
Dit is het tweede artikel in een driedelige serie naar aanleiding van 450 jaar Deux-Aes. Vrijdag deel 3.