Opinie

Psychosociale zorg onderbelicht in hulp aan oorlogskinderen

Om de cyclus van oorlog en geweld te kunnen doorbreken moet veel meer dan nu psychosociale zorg integraal onderdeel zijn van noodhulp en wederopbouw, betogen Willemijn Verloop en Bernard Uyttendaele.

10 December 2012 19:58Gewijzigd op 15 November 2020 00:44
„De ontwikkeling van deze kinderen is van cruciaal belang voor de opbouw van duurzame vrede.”  Foto EPA
„De ontwikkeling van deze kinderen is van cruciaal belang voor de opbouw van duurzame vrede.” Foto EPA

„Op een avond hoorden we een hoop geweerschoten en we renden weg. Bommen gingen af en mijn moeder viel vlak voor me neer. Een kogel was in haar borst geslagen. Terwijl ze nog op de grond lag, pakte ze mijn hand en zei me weg te rennen. We moesten mijn moeder daar achterlaten; later vertelden ze me dat ze dood was. Als ik aan haar denk, dan huil ik, dan heb ik pijn.”

Dit getuigenis van de 10-jarige Francine uit Oost-Congo is er slechts een van de vele verhalen van kinderen die keihard getroffen worden door conflicten waarvoor ze zelf niet hebben gekozen. In onder meer Syrië, Oost-Congo en Afghanistan zijn kinderen slachtoffer van de meest afschuwelijke misdaden en mensenrechtenschendingen: moordpartijen, verkrachtingen, martelingen, ontvoeringen, invallen op scholen en rekrutering.

In Oost-Congo is de helft van de ruim 1,6 miljoen vluchtelingen kind. Een groot aantal van hen heeft recent opnieuw moeten vluchten. In een derde van alle gemelde verkrachtingen in Oost-Congo zijn kinderen slachtoffer. Dertien procent van hen is zelfs jonger dan 10 jaar.

In Syrië zijn kinderen bewust doelwit van geweld en zijn inmiddels bijna 3800 kinderen gedood. Honderdduizenden kinderen zijn op de vlucht geslagen, hebben onderweg hun familie verloren en zijn aan hun lot overgelaten. Het is een greep uit de duizelingwekkende cijfers die laten zien hoe kinderen getroffen worden door nietsontziende conflicten.

Psychische littekens

Zoals een voormalig kindsoldaat ooit tegen ons zei: „De ergste wonden zitten niet aan de buitenkant, maar vanbinnen.” Onzichtbare wonden, waarvan de uitwerking dramatisch kan zijn als deze kinderen niet worden geholpen. Want hun psychische littekens maken een terugkeer in de samenleving moeilijk. Boosheid, haat, agressie en angst kunnen uitgroeien tot nieuwe conflicten en de cyclus van geweld bestendigen, die we nu waarnemen. Deze kinderen, die alles zijn kwijtgeraakt, moeten het vertrouwen in hun eigen menselijkheid en toekomst terugkrijgen om uit te kunnen groeien tot evenwichtige, krachtige volwassenen die hun kapotte land weer helpen opbouwen.

Voedsel en water, onderdak en medische zorg zijn daarbij noodzakelijk en van levensbelang. Maar lang niet altijd voldoende voor het herstel van deze kinderen. Psychosociale hulp moet daarom, veel meer dan nu het geval is, integraal onderdeel zijn van noodhulp en voor de langere termijn wederopbouw na conflicten. Ook om te voorkomen dat volgende generaties opnieuw slachtoffer worden.

Dat betekent wel dat alle betrokken organisaties de bestaande internationale richtlijnen moeten volgen op het terrein van psychosociale ondersteuning in noodsituaties en hun onderlinge samenwerking moeten vergroten en verbeteren. En dat de internationale donorgemeenschap meer geld beschikbaar stelt voor psychosociale programma’s in 
(post)conflictgebieden.

Spiegel van de toekomst

Als kinderen op professionele en adequate wijze geholpen worden om hun ervaringen te verwerken en hun een veilige omgeving en onderwijs te bieden, kunnen zij de draad van hun leven weer oppakken. Door het uiten van hun emoties kunnen ze hun spanning ontladen en hun zelfvertrouwen, gevoel van eigenwaarde en innerlijke kracht weer opbouwen. Het betrekken van ouders, familie, de school en de gemeenschap is daarbij belangrijk. Kinderen die in een veilige omgeving leven en een perspectief hebben, kunnen zich weer voorbereiden op de toekomst.

Wij zien kinderen en jongeren als zogeheten ”change agents”. Zij maken het verschil. Ze zijn een spiegel van wat we kunnen verwachten in de toekomst. Als deze kinderen in staat zijn om de controle over hun eigen toekomst te nemen, dan zullen ze ook in staat zijn om de toekomst van anderen te veranderen.

Francine in Oost-Congo, en vele andere kinderen in conflictgebieden wereldwijd, hebben het recht op te groeien in veiligheid en zonder angst. Hebben het recht op aandacht en zorg. Maar psychosociale ondersteuning is niet alleen een recht, vastgelegd in het Verdrag van de rechten van het kind en de Universele verklaring van de rechten van de mens. Het is ook noodzaak. Want de ontwikkeling van deze kinderen, die vaak alles zijn kwijtgeraakt, is van cruciaal belang voor de opbouw van duurzame vrede.

Psychosociale steun moet deel uitmaken van noodhulp. Altijd.

Willemijn Verloop is oprichtster en Bernard Uyttendaele is directeur van War Child. Dit artikel is een samenvatting van de Max van der Stoel Human Right Lecture, die Willemijn Verloop maandagmiddag heeft uitgesproken op Tilburg University.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer