Snuiven om nog meer te drinken
Zonder uitzondering erkenden de zeventien Urker jongeren vrijdag voor de politierechter in Lelystad dat ze in de fout waren gegaan door cocaïne te snuiven en softdrugs te verhandelen. Maar met het beeld dat in Urk dagelijks druk wordt gedeald, zijn ze het geheel oneens. „Daar klopt niets van”, zei een van hen.
De jongeren kregen vrijdag allemaal een taak- en een werkstraf opgelegd. Politierechter mr. H. Cleerdin veroordeelde een enkeling bovendien tot een kortdurend verblijf in de cel wegens handel in cocaïne. Volgens hem zijn de straffen vooral preventief bedoeld. „Jullie behoren niet tot de zwaarste opiumcriminelen”, zei hij, „maar wat er is gebeurd, mag gewoon niet meer voorkomen.”
In clusters van drie tot vier personen moesten de jongens vrijdag voor de politierechter verschijnen. Moeiteloos gaven ze toe dat het gebruik van drugs niet had gemogen, de handel erin evenmin. „Maar je rolt er langzamerhand in”, zei een van hen. Tegelijk moesten de feiten niet worden overdreven, vonden de jongeren. „Ik gebruikte thuis wel eens wat coke, maar heus niet zo veel als iedereen nu denkt.”
Bovendien zijn lang niet alle gegevens in de politierapporten juist, aldus de Urkers. „Heb ik met een brommer een wikkel bezorgd?” vroeg Cornelis K., alias De Kaat, quasi verontwaardig aan de politierechter. „Nou, daar klopt geen bal van. Ik heb niet eens een brommer.”
De jongeren, in leeftijd variërend van 20 tot 32 jaar, gebruikten de cocaïne vooral in de weekenden. Na een week hard werken troffen ze elkaar als vriendenvoetbalclub met de naam ”Kat in ’t Bakkie”. Het alcoholgebruik onder de jongens was excessief, aldus officier van justitie mr. P. Berden. Vaak werden de drugs gebruikt om nog meer te kunnen drinken. „Als iemand aan zijn limiet was, nam hij een snuifje, zodat hij weer verder kon.”
Enkele jongeren stonden in contact met dealers uit de omtrek, onder wie Simon H. uit Emmeloord, tegen wie gerechtelijk onderzoek loopt. Een spilfiguur in het circuit was ook Kees R., alias De Bron. Hij leverde de Urker jeugd veel coke, die hij door de 21-jarige Geert L. liet bezorgen.
Bestellingen werden via sms’jes geplaatst en op afgesproken locaties geleverd en opgehaald. Eén keer werd een wikkel drugs afgeleverd onder een toiletborstel. „Nogal onfris”, zo luidde het commentaar van de politierechter. De jongeren betaalden voor een gram cocaïne gemiddeld een bedrag van 30 tot 35 euro. Om de drugs te bekostigen, ging een enkeling zelf de handel in of verleende hand- en spandiensten aan Kees R.
Officier van justitie Berden zei het de jongens kwalijk te nemen dat zij grote delen van de Urker jeugd „hadden blootgesteld aan de stompzinnige cultuur” van drinken en snuiven. „Urk is een prachtig dorp met prachtige mensen. Jullie hebben wat goed te maken”, zei hij. Zijn eis dat alle jongeren een verplichte cursus over de risico’s van alcohol en softdrugsgebruik zouden volgen, werd gehonoreerd.
Tegenover de politierechter gaven de zeventien te kennen daarvan het nut wel in te zien. „Je steekt er allicht wat van op.” Veel minder voelden ze voor het voorstel van de officier om op Urker scholen voorlichting te geven over de risico’s van drugsgebruik. „Dat wordt helemaal niets. Mijn meester zag mij vroeger al liever gaan dan komen. Moet ik dan nu voor de klas gaan staan?”