Afscheid
Plotseling overleed er vorige week iemand die Herman heette. Er volgden tweets. „Lieve Herman, vorige week heb ik nog koffie met je gedronken!” en „Herman, je was zo’n geweldige vriend.”
Je hoeft maar een huis-aan-huisblad te raadplegen en in rouwadvertenties worden de doden aangesproken alsof ze nog in leven zijn. Het is natuurlijk vanuit menselijk oogpunt begrijpelijk. Bij onverwachte sterfgevallen kunnen nabestaanden en omstanders het onmogelijk bevatten. Zij zijn niet in staat degene die een dag daarvoor nog hun geliefde was, degene met wie zij drie dagen daarvoor nog plannen maakten om de komende zomer naar Italië te gaan of met wie zij een week ervoor nog koffie dronken, zomaar ineens los te laten.
Het zegt meteen hoezeer wij ons verzetten tegen de dood en tegen de ongeëvenaarde Schepper Die ons leven laat aanvangen en het beëindigt. En ons bovendien meer dan genoeg onderwijs geeft over hoe wij ons moeten voorbereiden op het einde. Als dit ons overvalt, krijgen we blijkbaar de neiging om nog even de touwtjes in handen te houden door de dode te blijven aanspreken. Die ons niet meer hoort en ook geen antwoorden geeft, hoe lovend de zinnen ook zijn.
De eerste keer dat dit frontaal op mij afkwam was bij het overlijden van de moeder van een vriendin. Ik had haar goed gekend, ze bereikte de zeer hoge leeftijd van 93 jaar. Geboren in 1912, nog voor de Eerste Wereldoorlog. We zaten in de oude dorpskerk, in het stadje waar mijn vriendin was opgegroeid en waar haar vader jarenlang het ambt van burgemeester bekleedde. Haar ouderlijk huis bood ooit uitzicht op de Zuiderzee. Aan de wanden van het kerkje hing een houten, met de hand geschilderd bord waarop namen van de dominees stonden die daar vanaf 1581 het Woord hadden verkondigd. Het was een koude voorjaarsdag, maar buiten kondigden de eerste zwaluwen de lente aan. Dat raakte mij meer dan de preek.
De dominee bleek een vrouw in een witte toga. Op de achtergrond klonk een sfeervol requiem. Ze boog zich over de kansel en gebaarde naar de kist. Ze gaf de familie alle ruimte te spreken, alsof ze Gods woord voor deze gelegenheid wel even uit handen wilde geven. Familieleden spraken om beurten tegen de dode. Het was liefdevol, maar bizar. En de Levensvorst, Hij Die het eeuwige leven nu juist belooft aan wie in Hem geloven, kwam nauwelijks ter sprake.
Na afloop hoorde ik dat ook dit kerkje intussen is gesloten. Op zondag is het er stil als het graf.