Dat heeft een woordvoerster van justitie vrijdagmorgen bevestigd. Aanleiding voor het heropende onderzoek is een anonieme brief die bij justitie is binnengekomen. Daarin wordt melding gemaakt van een tweede betrokkene bij de dood van het meisje. Volgens de woordvoerster wordt daarin concreet een tweede verdachte genoemd. In het belang van het onderzoek worden geen nadere mededelingen gedaan. Niet uitgesloten wordt dat de brief afkomstig is uit kringen ronden de dader, Martin C.

In 2001 werd deze man uit Nieuwegein in hoger beroep voor de dood van het meisje veroordeeld tot achttien jaar cel en TBS. Tijdens de rechtszaak is nooit sprake geweest van een mogelijke mededader. Wel werd er op het lichaam van Sybine een schaamhaar gevonden die niet van het meisje zelf was of van Martin C. Justitie noemt dit vooralsnog geen daderspoor, „maar het is natuurlijk wel een spoor.”

Sybine Jansons verdween op 19 januari 1999 spoorloos toen zijn op weg was van school in Doorn naar huis in Maarn. Haar lichaam werd ruim een maand later ontdekt in een vaart bij Breukelen.