Binnenland

Ahold-afperser: Alles is uit de klauw gelopen

„Ik had nooit afpersingsbrieven moeten sturen. Ik had nooit een wapen moeten kopen. Alles is verschrikkelijk uit de klauw gelopen.” Ahold-afperser Edwin W., die er niet voor terugdeinsde om willekeurige woningen te beschieten, plengde donderdag bij de rechtbank in Zwolle zowaar tranen.

Frank van de Beek en Johannes Visscher
26 September 2003 11:57Gewijzigd op 14 November 2020 00:35

Het had een „grote klapper” moeten worden. Een koerier van Ahold zou 5 miljoen euro in keurig dichtgeplakte zakken bij een viaduct in de buurt van Zwolle afleveren. De Ahold-man diende zich te verplaatsen in een witte Mercedes met daarop een rode skibox. Als hij zich netjes aan de maximumsnelheid hield en de aanwijzingen per mobiele telefoon opvolgde, hoefde hij niets te vrezen.

„Alles is zo klaar als een klontje. Er wordt niet onderhandeld”, had Edwin -Edje voor intimi- de Ahold-top in een van zijn dreigbrieven onder de neus gewreven. Op 3 mei spat de droom van Edwin W. en zijn kompaan Jochem van Z. uiteen. De Zwollenaren worden in de boeien geslagen. De politie vist het pistool uit de dakgoot bij Van Z.

Edwin nam bij de politie van meet af aan het leeuwendeel van de schuld op zich, maar wat was precies de rol van zijn (vroegere) maat Jochem van Z.? Was die tot in detail op de hoogte van de chantageplannen?

Zelf beweert Jochem van Z. bij hoog en bij laag dat hij weliswaar wist dat hij meewerkte aan een afpersingszaak, maar dat hij niet doorhad dat het Ahold-concern doelwit was. „Een van mijn ooms is bedrijfsleider bij Albert Heijn. Het laatste wat ik wil is mijn familie in diskrediet brengen. En iedereen weet immers dat zo’n groot concern nooit zal betalen.”

Jochem hield de rechtbank voor dat hij ervan uit ging dat Edwin slechts een klein bedrijf op de korrel had. Edwin zou hem hebben verteld dat de afpersing bestond in het dreigen met het openbaar maken van belastende documenten van dat bedrijf.

Verder zegt Van Z. dat hij niet op de hoogte was van de schietacties op willekeurige woningen en Albert-Heijn-vestigingen in Zwolle, Deventer en Meppel. „Je moet gek zijn als je zomaar onschuldige mensen gaat beschieten. Ik zou dat nooit hebben goedgekeurd. Dat is terrorisme. Ik heb nooit een pistool in handen gehad.”

Het openbaar ministerie en de rechtbank plaatsen grote vraagtekens bij de beweringen van Jochem van Z. De man wist wel degelijk dat Ahold doelwit was, betoogde officier van justitie mr. E. Duijts. Bij het posten van enkele dreigbrieven, onder meer in Elspeet, vergezelde Jochem zijn maat Edwin. Dan is het toch een fluitje van een cent om op de envelop te kijken aan wie de dreigbrief is geadresseerd? En tijdens de autorit praat je toch met elkaar over de chantage?

Verder heeft Jochem bekend dat hij Edwin vergezelde bij de aankoop van het wapen. Jochem verborg het pistool in zijn eigen woning. Dan kon hij toch op zijn klompen aanvoelen dat het wapen te maken had met de afpersing? „Het klinkt dom en ongeloofwaardig, maar ik heb die link niet gelegd”, aldus Jochem.

Grote vraag is wie in het holst van de nacht op 22 april de schoten heeft gelost op de Zwolse woning aan de Braillestraat, vlak bij een Albert Heijn-vestiging. De bewoner die tv zat te kijken, kreeg de schrik van zijn leven toen een van de kogels in het televisie vloog. Terwijl hoofdverdachte Edwin alle verantwoordelijkheid neemt voor alle andere acties, ontkent hij de trekker in de Braillestraat te hebben overgehaald. Jochem zou de dader zijn.

Jochem zelf ontkent in alle toonaarden. Hij zegt dat hij dertien minuten voorafgaand aan de schietpartij nog aan een cocktail in een Zwolse kroeg zat te nippen. Uit politieonderzoek blijkt echter dat zijn alibi niet sluitend is. Hij kan om twee uur ’s nachts wel degelijk de schoten in de Braillestraat hebben gelost.

De afpersingsaffaire lijkt op een jongensboek, hield rechter mr. G. Blomsma de verdachten voor. Was het spannend? Edwin W.: „Ik ben verscheidene keren bang geweest. Het posten van de dreigbrieven was een rare happening. Tegenover mijn leerlingen was ik in die tijd af en toe kribbig. Na de arrestatie heb ik nachten wakker gelegen.”

Jochem van Z., verkoper van reinigingsartikelen: „Ik ben absoluut geen sensatiezoeker.” Wat wilden de afpersers met de grote som geld gaan doen? Edwin: „Eerst niet aanraken, dan langzaam van snoepen.” De natuurkundeleraar erkende dat de afpersing „achteraf gezien gedoemd was te mislukken.”

Deskundigen achten beide afpersers volledig toerekeningsvatbaar. Het zijn behulpzame, vriendelijke jongens, opgegroeid in normale gezinnen. Toch kleeft er bij beiden wel een smet aan het blazoen. Opvallend is dat Edwin W., ooit veroordeeld voor een geweldsdelict, vroeger zelf zegt te zijn afgeperst. De affaire speelde toen hij een wietplantage had. Een paar jongens zouden destijds 10.000 gulden van hem hebben geëist. „Ik ben zwaar bedreigd. Ik moest met geld over de brug komen. Toen heb ik eieren voor mijn geld gekozen.”

Probleem bij Jochem van Z. is zijn gokverslaving. Sinds zijn jonge jaren is hij verslingerd aan de gokkast. Met de buit van de afpersing zou hij zijn gokschuld van 30.000 euro in één klap hebben kunnen aflossen.

In hun laatste woord betuigden beide afpersers spijt over hun daden. Edwin W. hield het niet droog. Hij vertelde na de nodige stiltes dat hij normaal gesproken „dienend van aard” is en „geen mensen wil bezweren.”

De natuurkundeleraar stond stil bij zijn actie in Meppel. Een van de kogels die hij op een woning afvuurde, raakte een 73-jarige vrouw in haar arm. De vrouw kampt nog steeds met problemen. „Ik was er niet op uit om mensen te beschadigen. Ik heb respect voor ouderen. Ik begreep dat de vrouw al 32 jaar naar tevredenheid op die plek woonde. Ik hoop dat ze er nog 32 jaar aan vast kan plakken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer