Dat schrijft directeur P. Vlok van de Centrale Stichting van Internaten voor Schippers- en Kermisjeugd (Censis) in een reactie op het bericht dat ook de internaten 10 procent moeten bezuinigen. De korting zal ertoe leiden dat de internaten niet meer kunnen voldoen aan de vereiste kwaliteitsnormen. De internaten hebben de zorg voor 1250 leerplichtige kinderen van binnenschippers en kermisexploitanten.

In de nieuwe plannen zijn allerlei kostensoorten te laag ingeschat, stelt Vlok. „De materiële kosten zijn bevroren op basis van de kosten van 1998, alsof wij geen last hebben van ophogende werking van gemeentelijke kosten, energiekosten, verzorgingskosten en dergelijke.” Een noodkreet in april 2003 aan het ministerie om dit jaar de prijsindex op deze kosten toe te passen, vond geen weerklank. De materiële kosten zijn inmiddels 10 procent hoger dan de normbedragen.

Volgens Vlok verrekenen de ambtenaren van het ministerie van VWS met de korting een oude rekening, een kort geding dat de organisatie in 1999 na maandenlange acties won van de staat. In 2001 werd nog toegezegd dat Censis de komende tien jaar rustig kon bouwen aan een nieuwe organisatie.

De internaten zijn een vreemde eend in de bijt binnen het welzijnsdepartement. Het ministerie van VWS onderhandelt met het ministerie van Sociale Zaken om de internaten naar dit departement over te hevelen. Als dit niet gebeurt, dreigt de sluiting van de internaten, schrijft Vlok. De gevolgen zullen dramatisch zijn omdat het grootste deel van de 750 gezinnen hun bedrijf dan moeten beëindigen, aldus Censis.

Censis, de ouders, verenigd in het Landelijk Oudercontact Voor Trekkende beroepsbevolking (LOVT) en de schippersbonden overleggen maandag over de gevolgen voor het personeel van de internaten. Volgende week woensdag overlegt de sector over mogelijke acties. Vlok verwacht fellere acties dan in het verleden.