Commentaar: Nauwelijks nog preken in de ether
Het kabinet trekt de subsidie van de kleine godsdienstige omroepen in. Vanaf 2016 ondersteunt het geen godsdienstige programma’s, zoals kerkdiensten en eucharistievieringen, meer die worden uitgezonden door zendgemachtigden als IKON/ZvK en RKK. Nog maar enkele weken geleden zei het ministerie dat deze kleine omroepen weliswaar financieel moesten inleveren maar niet werden bedreigd in hun bestaan. Daar is de regering nu van teruggekomen.
Nu zal lang niet iedereen in orthodox-christelijk Nederland zich kunnen vinden in de inhoud van de programma’s van deze zenders. Niet voor niets was er in de achterliggende jaren op de synodes van de Nederlandse Hervormde Kerk en later van de Protestantse Kerk in Nederland geregeld kritiek op de IKON.
Een aantal andere reformatorische kerken participeert in het geheel niet. Deze groep heeft niet alleen bezwaar tegen de identiteit van de IKON maar staat ook principieel afwijzend tegen het gebruik van radio en tv voor het uitdragen van de Bijbelse boodschap. En daar zijn ook goede argumenten voor. De prediking van het Woord via de ether blijft een onpersoonlijk karakter houden. De ontmoeting tussen verkondiger en hoorder is er niet, terwijl die wel wezenlijk is. Bovendien maken de omroepen waar het nu om gaat, gebruik van het publieke bestel. Binnen dat bestel worden ook veel programma’s gemaakt die op gespannen voet staan met Gods Woord.
Toch is het besluit van de regering om de subsidie te beëindigen zorgwekkend. Diverse betrokkenen stellen dat deze beslissing voortkomt uit de opvatting van de regering dat religie achter de voordeur hoort. Daarom geeft ze geen subsidie meer.
Juist die opvatting is tekenend voor het huidige klimaat in Den Haag. Enerzijds roepen politici en beleidsmakers dat het belangrijk is dat mensen leven vanuit vaste normen en waarden. De maatschappelijke ontsporingen drukken hen met de neus op de feiten. Ze zien wat het effect is als mensen morele ankerpunten missen. Maar anderzijds is het opvallend dat zodra het gaat om het verlenen van subsidies aan christelijke instituties die het waardenbesef vanuit die levensvisie stimuleren, Den Haag dan naar de geldkraan grijpt om die dicht te draaien. Geloof is een keuze en voor de kosten daarvan mag de maatschappij niet opdraaien.
Natuurlijk is het zo dat geloven iets mag kosten. Dat zou eens niet zo zijn. Wat je lief is, is je –ook financieel– iets waard. Maar daar gaat het hier niet om. In het moderne denken wordt geloven steeds meer gezien als een hobby waarvoor je kunt kiezen. En daar betaal je zelf dan maar voor.
Dat een geloofsovertuiging consequenties heeft voor het functioneren in de maatschappij wordt steeds meer betwist. Daar zit het probleem. Dat is een intolerantie die naar haar aard vreemd is aan democratisch denken waar seculieren zich zo graag op beroepen.
Het gevolg van de beslissing van de minister zou kunnen zijn dat er straks via radio en televisie geen preken meer zijn te volgen. Wat men er ook van vindt, het risico is groot dat ook dat aspect van het christelijke leven achter de deur verdwijnt.