Baard
De baard rukt op! Dat zal niemand ontgaan. Natuurlijk, baarddragers zijn er altijd geweest. Een tijdlang waren het echter maar enkelen. De hippies en andere sixties hebben er weer een slinger aan gegeven. Daar is het dus opnieuw begonnen: in de wereld. Altijd een punt om op te letten.
De bedekte kin dringt vijftig jaar later al meer onze beschaving binnen. Kijk maar in deze krant. Op foto’s zowel in advertenties als bij redactionele artikelen (ook bij nieuws uit de achterban) duikt de baard steeds vaker op. Ja, pagina twee doet ook mee. In bladen als GezinsGids en Terdege tref je eveneens baardige schrijvers en beschrevenen aan. Waar gaat dat naartoe?
Soms vraag ik me af wat bijvoorbeeld een dominee Bogerman (die illustere synodevoorzitter van 1618-1619) zou denken als hij nu een gereformeerdegezindtegemeente zou binnenstappen. Zoiets van: Alle mannen willen op vrouwen lijken – tegen de scheppingsorde! Maar ik zit ook weleens de gemeente in te kijken en probeer me dan voor te stellen dat alle mannen zich plotseling volle baarden hebben aangemeten. Tot die op de kansel toe. Dat krijg ik toch niet goed op mijn netvlies. Nog los van de praktische herkenningsproblemen.
Kom nou niet aandragen met de opmerking dat de baard een voluit Bijbels gegeven is. Dat weet ik ook wel. Toch zegt een predikant anno 2012 ”zachtjes” dat die Bogerman toch maar een prachtige baard had. Kennelijk maar niet te veel promoten, want dan wordt het verdacht. Immers, in veel gemeenten is het niet de bedoeling dat men baarddragend over de kerkdrempel stapt.
De mode kent golfbewegingen. Vaak snel, soms langzaam. De baard lijkt nu weer aan een gestage opmars te zijn begonnen. De vraag rijst dan wanneer in de kerk het omslagmoment zal zijn. Die is er immers omgekeerd ook geweest. Komt er misschien een tijd dat kerkenraden gaan aansporen om de baard te laten staan – zoiets.
Het zijn veelal jonge mannen die baarden gaan dragen. In leidersposities in het zakenleven en de politiek zie je het overigens nog weinig. En ook op het kerkelijk erf is het een enkeling die pioniert. Het gaat natuurlijk niet zozeer om de daad, maar om de geest die erachter zit. Waarom wil iemand het? Is het pronkzucht, beetje schoppen, onverschilligheid, aandringen van de vriendin, of zoeken naar een imago? Of toch vanuit de Bijbelse notie? Te lui om te scheren, dat kan natuurlijk ook.
De gouden regel maar hanteren lijkt me: dat de wereld er niet om lacht, en Gods knechten en kinderen zich niet bedroeven.