Opinie

„Laat SGP belemmeringen voor vrouwen niet wegnemen”

De SGP dient de belemmeringen die er zijn voor vrouwen om op de SGP-kieslijst te komen niet weg te nemen, betoogt A. Verwijs.

A. Verwijs
5 December 2012 21:02Gewijzigd op 15 November 2020 00:39
„Als de beletselen voor het kandideren van vrouwen worden weggenomen, zal het nog slechts een kwestie van tijd zijn of er zullen bij (gemeenteraads)verkiezingen daadwerkelijk vrouwen op SGP-kieslijsten verschijnen.” Foto RD
„Als de beletselen voor het kandideren van vrouwen worden weggenomen, zal het nog slechts een kwestie van tijd zijn of er zullen bij (gemeenteraads)verkiezingen daadwerkelijk vrouwen op SGP-kieslijsten verschijnen.” Foto RD

Het hoofdbestuur van de SGP maakte vorige week in deze krant duidelijk dat het vanwege de uitspraak van de Hoge Raad een dubbelbesluit denkt te moeten nemen (RD 29-11). Artikel 10 van het beginselprogramma, waarin staat dat de vrouw het regeerambt niet toekomt, wordt gehandhaafd. Formeel-juridische beletselen om vrouwen op kieslijsten te plaatsen, verdwijnen echter.

Het is zonder meer positief dat het hoofdbestuur niet wil tornen aan artikel 10. Al verscheidene keren zijn binnen de SGP de Schriftgegevens inzake de plaats van de vrouw op een rij gezet en grondig doordacht (1984, 1993, 1996 en laatst nog in 2006). Telkens is zowel het hoofdbestuur als de partij tot de conclusie gekomen dat volgens de Schrift de vrouw het regeerambt niet toekomt en dat daarom het zitting nemen van vrouwen in politieke organen, zowel vertegenwoordigende als bestuurlijke, in strijd is met deze door God ingestelde orde. Terecht neemt het SGP-hoofdbestuur dit bezinningsresultaat ook nu als uitgangspunt.

Aan de artikelen van het beginselprogramma zijn de leden niet alleen ”moreel”, maar ook juridisch gebonden. Lid van de partij kunnen immers volgens de statuten alleen zij zijn „die de grondslag en doelstelling van de partij onderschrijven.” Onderdeel van de partijgrondslag (artikel 2) vormt het belijden dat het absolute gezag van Gods Woord zich ook uitstrekt „over het terrein van het staatkundige en maatschappelijke leven zoals nader uitgewerkt in het Program van beginselen.”

Met dit te onderschrijven verplichten leden zich „om te handelen overeenkomstig het Program van beginselen” (zie SGP-brochure ”Man en vrouw schiep Hij hen”, blz. 41), dus ook overeenkomstig artikel 10. Dit betekent concreet dat wie in statuten of reglementen formeel-juridische belemmeringen voor het kandideren van vrouwen gaat omzeilen of schrappen om dit juist mogelijk te maken, in strijd handelt met de partijgrondslag en met artikel 10. Dat geldt overigens ook voor artikel 7, waar staat: „Elk emancipatiestreven dat de van God gegeven roeping en plaats van mannen en vrouwen miskent, is revolutionair en moet krachtig bestreden worden.”

Het uit de weg ruimen van die belemmeringen is een knieval maken voor de afgod van de emancipatie en een toegeven aan de tijdgeest. Ook al wil men er erger door voorkomen, de handelwijze is Bijbels gezien geenszins te verdedigen (Rom. 3:8).

Zo handelde de godvrezende en biddende Daniël niet. Hij bleef –tegen het gebod van de koning in, ten koste van zijn hoge positie en met de dood voor ogen– bidden voor de geopende vensters, op dezelfde wijze als voorheen (Dan. 6:11). Hij behield het beginsel niet alleen in theorie, maar bleef er ook in de praktijk naar leven. Niet in eigen kracht, maar biddend en smekend voor zijn God (Dan. 6:12). Hij kon niet anders vanwege de hoogheid Gods. Mocht het ook aan hoofdbestuur en partij gegeven worden om te handelen gelijk Daniël en het verder in de hand des Heeren over te geven!

Buitenstaanders letten scherp op of er geen discrepantie is tussen beginsel en levenspraktijk. Wanneer de SGP mogelijk gaat maken wat men belijdt Bijbels ongeoorloofd te zijn, dan zullen zij zeggen: „Dat is niet oprecht, maar dubbelhartig.” Die oplossingsrichting schaadt dus de ere Gods en zal aan de geloofwaardigheid van de partij ernstig afbreuk doen.

Laten we daarom eerlijk blijven en ook tegenover de minister in eenvoud belijden: „Wij kunnen en mogen van de door God ingestelde maatschappelijke orde waarin het mannelijke geslacht het hoofd is van het vrouwelijke geslacht (1 Kor. 11:3) niet afwijken.”

Als de beletselen voor het kandideren van vrouwen worden weggenomen, zal het nog slechts een kwestie van tijd zijn of er zullen bij (gemeenteraads)verkiezingen daadwerkelijk vrouwen op SGP-kieslijsten verschijnen. Nu al zijn er immers op zijn minst enkele kiesverenigingen die daar helaas geen bezwaar tegen hebben. En eenmaal aan enkele vrouwelijke kandidaten gewend zal dit aantal zich vanzelf uitbreiden. Na verloop van tijd zal dan binnen de partij het Schriftuurlijke beginsel inzake de vrouw geheel afgedankt en vergeten zijn. Gedenk aan de ARP!

Kortom, het opruimen van de formeel-juridische belemmeringen is een weg die we –gelet op het beginsel– kunnen noch mogen opgaan. Dit zou op den duur kunnen betekenen dat de SGP niet meer aan verkiezingen mag deelnemen. Vanwege onze zonden en afwijkingen zou het geenszins onrechtvaardig zijn als de Heere het zover liet komen. Geve de Heere nog dat we ons in waarheid schuldig leerden kennen en we gezamenlijk de wacht bij de beginselen mochten betrekken. Alleen in die weg kan er nog verwachting zijn.

De auteur is secretaris van de Landelijke Stichting ter bevordering van de Staat­kundig Gereformeerde beginselen en eindredacteur van het blad In het Spoor. Hij schreef dit artikel op verzoek van de redactie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer