Zevenentwintig reservepiloten, van wie negen in actieve dienst, ondertekenden woensdag een verklaring waarin zij luchtaanvallen op Palestijnse extremisten in gebieden en gebouwen met veel burgers „illegaal en immoreel” noemen. Zij veroordelen tevens de voortgezette bezetting van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, die volgens hen de Israëlische samenleving corrumpeert. Zij stuurden hun open brief aan luchtmachtcommandant Dan Halutz met de mededeling dat zij niet langer aan zulke gevechtsacties willen meewerken. Halutz kondigde prompt disciplinaire maatregelen aan, waaronder mogelijk gevangenisstraf. Ook trok hij hun integriteit in twijfel door te zeggen dat zij meer bezig zijn met het bedrijven van politiek dan met hun geweten.

De groep van 27 wordt geleid door brigadegeneraal buiten dienst Yiftah Spector, een veelvuldig onderscheiden piloot die volgens de Israëlische pers in 1981 nog heeft deelgenomen aan bombardementen op een Iraakse atoomreactor.

Israëlische piloten hebben de afgelopen drie jaar honderden luchtaanvallen uitgevoerd op doelwitten op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook. Daarbij vuurden helikopters, en in enkele gevallen gevechtsvliegtuigen, raketten af op Palestijnse politiebureaus en vermoedelijke bommenfabrieken. Palestijnse extremisten werden in hun woningen en auto’s onder vuur genomen. Volgens Palestijnse gegevens zijn ongeveer 140 Palestijnse gezochten gedood. Daarnaast kwamen ruim honderd toevallige voorbijgangers om.

De Israëlische bevolking, getraumatiseerd door de vele Palestijnse zelfmoordaanslagen van de afgelopen drie jaar, staat grotendeels achter het harde beleid van regering en leger. Dit is merkbaar in de commentaren. De opstandige piloten worden in dagbladen en op radio en televisie beschuldigd van onvolwassenheid, naïviteit of het hebben van een geheime politieke agenda.

Premier Ariel Sharon noemt het protest van de piloten in kranten een „ernstige zaak” waartegen snel moet worden opgetreden. De voormalige Israëlische president Ezer Weizman, die in de jaren ’60 het bevel voerde over de luchtmacht, noemt het standpunt van de piloten immoreel en beschuldigt ze ervan heiliger dan de paus te willen zijn.

Het is voor het eerst dat piloten openlijk stelling nemen tegen het luchtmachtbeleid. Bij de invasie van Libanon in 1982 tekenden enkele piloten weliswaar bezwaar aan tegen het bombarderen van steden en vluchtelingenkampen, maar zij traden niet met hun protest naar buiten.

Luchtmachtcommandant Halutz probeerde het belang van de brief te relativeren door erop te wijzen dat het maar om een klein aantal piloten gaat. Anderen waarschuwen evenwel dat het protest zich kan uitbreiden, omdat binnen de strijdkrachten groeiende onvrede bestaat over het beleid. De defensiespecialist van de krant Yediot Ahronot, Alex Fishman, constateert dat mensen zich „in het licht van zinloze militaire operaties (…) vragen gaan stellen.” De piloten zijn „de beste mensen zijn die we hebben”, schrijft hij. „We kunnen ze aan de grond houden en gevangen zetten, maar aan hun vragen mogen we niet voorbijgaan.”