Hij bevestigde dat er vooralsnog geen geld is vrijgemaakt om eventuele negatieve effecten van het nieuwe stelsel te dempen. „Als die effecten er zijn, zal de financiële ruimte daarvoor nog moeten worden gevonden”, aldus Duisenberg.

Hij stelde optimistisch te zijn en niet te verwachten dat studenten gaan afhaken. „We moeten als Kamer een actieve rol spelen om te zorgen dat bijeffecten die we niet wenselijk vinden, niet optreden”, stelde de VVD’er, die daar ook een taak voor de minister ziet.

Voor de invoering van het leenstelsel is steun nodig van de oppositie, omdat VVD en PvdA in de Eerste Kamer geen meerderheid hebben. D66-Kamerlid Paul van Meenen noemde het echter riskant geen geld te reserveren om te kunnen bijsturen. Jesse Klaver van GroenLinks zei liever een realistische visie dan een optimistische visie bij de VVD te zien.

Joël Voordewind van de ChristenUnie vroeg zich verder af of de coalitie van VVD en PvdA nog willen afzien van het sociaal leenstelsel als blijkt dat toch veel studenten afhaken. Duisenberg stelde de zorgen van de oppositie te delen, maar de invoering van het nieuwe stelsel niet ter discussie te willen stellen.

De HBO-raad waarschuwde eerder dat het sociaal leenstelsel ertoe zal leiden dat 15.000 potentiële studenten afzien van een hbo-studie. Dat zullen vooral jongeren uit lagere inkomensgroepen zijn.

VVD en PvdA legden in het regeerakkoord vast dat de basisbeurs vanaf september 2014 zal worden vervangen door een sociaal leenstelsel. Daarbij is de volledige studiefinanciering een lening, die na het behalen van het diploma moet worden terugbetaald. De aanvullende beurs blijft wel bestaan. Verder wil de coalitie de ov-kaart voor studenten omzetten in een kortingskaart.