Volgens het OM in Arnhem heeft hij op z’n minst onzorgvuldig gehandeld, maar is niet te bewijzen dat hij expres een valse correctie liet maken. Het kan ook zo zijn dat hij oprecht geloofde dat hij de schorsingsformule wel heeft uitgesproken, meent het OM.

De strafzitting destijds verliep hectisch. De verdachte, die bij de politie zweeg omdat hij politie niet vertrouwt, wilde op de zitting wel zijn verhaal doen. Toen De Graaff geen gelegenheid gaf omdat alleen een korte pro-formazitting gepland was, wraakte de advocaat de rechtbank. Dat ging gepaard met irritaties tussen de advocaat en de voorzitter, waarbij De Graaff de verdachte liet afvoeren door de parketpolitie en de formule hoogstwaarschijnlijk vergat uit te spreken. Toen de wraking succes had en de correctie kwam, deed de advocaat aangifte.

Na intern onderzoek en rijksrechercheonderzoek besloot het OM De Graaff niet te vervolgen wegens twijfel over zijn valse opzet. De advocaat van de doodslagverdachte vroeg het hof in Arnhem - met succes - aan het OM op te dragen de zaak toch voor de rechter te brengen.

De Graaff zegt dat hij destijds overtuigd was dat hij het echt gezegd had. Volgens de doodslagverdachte wist de rechter dat hij een fout aan het rechtbreien was, uit angst voor gezichtsverlies als hij op vrije voeten zou komen.

De doodslagverdachte is inmiddels niet voor doodslag maar medeplegen van dodelijke zware mishandeling veroordeeld. Hij eist 10.000 euro schadevergoeding, waarvan het merendeel naar het Rode Kruis zou moeten. De Graaff is met vervroegd pensioen gestuurd.

De rechtbank in Arnhem doet 19 december uitspraak.