„Een lekkerder stukje vlees” van Heyde Hoeve
GERWEN – Een lekkerder stukje vlees tegen een faire prijs. Dat beoogt varkenshouderij Heyde Hoeve uit het Brabantse Gerwen de consument te bieden met zijn eigen merk. „Wij geloven in een lokale, duurzame voedselketen”, zegt directeur Tiny Schepers.
Twee organisaties die ijveren voor duurzaamheid en innovatie, Urgenda en Foodlog, schreven onlangs de wedstrijd ”Het beste varken van Nederland” uit. Drie onafhankelijke juryleden kozen unaniem de dieren van het genoemde bedrijf tot de lekkerste. „Je proeft het meteen: sappig, goede bite, goede smaak”, luidde hun oordeel.
De Heyde Hoeve maakt deel uit van een coöperatie. „Twaalf jaar geleden, na de varkenspest, hebben we elkaar gevonden”, vertelt Schepers. Het samenwerkingsverband omvat vier boeren, met in totaal zo’n vijftien stallen, verspreid over heel Nederland en met ruim dertig personeelsleden.
Schepers behaalde afgelopen januari aan Nyenrode Universiteit de titel master in het vak bedrijfskunde. „Aan studeren was ik in mijn jeugd niet toegekomen.” Hij runt al sinds 1973, toen zijn vader overleed en hij pas 15 was, de agrarische onderneming in Gerwen (Nuenen), tussen Eindhoven en Helmond. Hij is er geboren en getogen. De oorspronkelijke boerderij dateert van zo’n vijf eeuwen terug. Ze behoorde vroeger bij een kloostergemeenschap. In de achterliggende decennia groeide ze uit van een klein gemengd bedrijf tot een grote, professionele varkenshouderij.
„De jaren zeventig en tachtig waren zeer renderend”, stelt Schepers vast. „Maar de laatste twintig jaar is de varkensprijs op hetzelfde niveau gebleven, terwijl de kosten, bijvoorbeeld door strengere milieuwetgeving, voortdurend zijn gestegen. De sector heeft het overleefd dankzij schaalvergroting en meer efficiency. De supermarkten en hun gecentraliseerde inkooporganisaties romen de marge af en dwingen daardoor de boeren goedkoper te produceren. Dat alles heeft geleid tot minder smaak en kwaliteit.”
Heyde Hoeve ging tegen deze achtergrond op zoek naar een ander verdienmodel. De directeur: „We willen ons onderscheiden van de rest, met een beter product. We anticiperen op trends: beleving en smaak terugbrengen.” Het bedrijf zet in op permanente innovatie, gericht op twee pijlers: kwaliteit en duurzaamheid. De biggen worden niet gecastreerd. In het voer zijn bijproducten van de voedselindustrie uit de eigen streek verwerkt. Er wordt zo weinig mogelijk antibiotica gebruikt. Verder produceert de coöperatie stroom uit biogas, voor zo’n 10.000 huishoudens.
Bij dit alles tekent Schepers aan: „Aan intensieve productie, die veel discussie oproept, valt niet te ontkomen. Anders lukt het nooit de wereldbevolking te blijven voeden. Noem wat wij doen zorgvuldig intensief.” Hij wijst naar een oude foto aan de wand van zijn kantoor: „Zoals het vroeger was, met een varken dat rond het huis scharrelt, dat kan niet meer.”
De onderneming probeert in het nieuwe concept met het merk Heyde Hoeve haar producten te verkopen via slagers. „In de supermarkten ligt het vlees anoniem in de schappen, zonder afzender op het etiket. Dat maakt het emotieloos. Niemand heeft er een gevoel bij. Een merk daarentegen straalt beleving uit, je wordt herkenbaar. Zo creëer je waarde.”
Een uitdaging is de consument ertoe te bewegen dat hij wat meer voor een duurzaam stukje vlees wil betalen. Schepers: „De consument verlangt vooral een product dat goed is voor de gezondheid, dat betaalbaar is en veilig. Dat vindt hij belangrijker dan groenaspecten. Hij roept misschien wel dat hij duurzaamheid wenst, maar in de praktijk geeft hij daarvoor nog steeds niet thuis. Ego gaat bij hem boven eco.”
Toch signaleert Schepers dat zijn aanpak aanslaat. Vorig jaar is er proefgedraaid in een winkel in Eersel. Daar waren de vleesartikelen van Heyde Hoeve drie maanden lang verkrijgbaar. De prijs lag 20 procent hoger. Het leverde een omzetaandeel op in de desbetreffende producten van 27 procent.
Het bedrijf is nu druk bezig her en der in Nederland slagers te vinden als afzetkanaal en ook biedt het inmiddels de mogelijkheid het vlees via internet te bestellen. „Er is interesse in de markt. Het aantal verkooppunten breidt gestaag uit. Misschien komt het wel in een stroomversnelling”, aldus Schepers. Of hij ook de supermarkten gaat benaderen om zijn vlees onder het eigen label te verkopen, weet hij nog niet.
Hij streeft naar een lokale en duurzame voedselketen. Maar lokaal betekent in de visie van Heyde Hoeve wel enkele honderden kilometers. De varkenshouderij mikt uiteindelijk op geheel Noordwest-Europa als markt voor zijn producten.