In 2001 ging er nog bijna 26.700 mensen onder de 65 dood, in 2011 nog maar 23.600. Een daling van 11,6 procent. Dat is vrijwel geheel te danken aan het feit dat er veel minder mannen overlijden in die leeftijd, het aantal vrouwen onder de 65 dat overlijdt is minder hard gedaald.

„In het algemeen worden we steeds ouder dankzij medisch ingrepen en operaties. Een prop in de bloedbaan hoeft niet meer het einde te betekenen en bepaalde ziektes zijn niet meer zo dodelijk als eerst”, verklaart demograaf van het CBS, Jan Latten. „Ook scheelt het dat er bijvoorbeeld minder verkeersdoden vallen.”

Dat is ook een deel van de verklaring waarom vooral minder mannen sterven. „Er komen meer mannen dan vrouwen om in het verkeer. Een ander deel van de verklaring daarvoor is dat mannen eerder in de geschiedenis weer zijn gestopt met roken en dus minder sterven aan longkanker. Er stoppen minder vrouwen en daardoor zie je dat het sterftegetal onder vrouwen redelijk gelijk blijft”, aldus Latten.

Het aantal mensen dat ouder wordt dan 80 en dan pas overlijdt neemt juist toe. In 2001 stierven er 66.640 hoogbejaarden, in 2011 72.000. Ook hier bepalen de mannen de verandering, zij lijken steeds vaker een leeftijd van boven de 80 te halen.

In totaal is het aantal mensen dat jaarlijks stierf de afgelopen tien jaar iets gedaald, van ruim 140.000 naar een krappe 136.000.