Coalitiepartner PvdA wil de ontwikkelingen afwachten, aldus Kamerlid Désirée Bonis. Ze wil „nergens op vooruitlopen”. We gaan hier eerst maar eens rustig over praten en wachten de voortgangsrapporten over de missie af, aldus de Bonis. Van vervroegde terugtrekking is volgens haar nu „geen sprake”. De Nederlandse missie duurt tot medio 2014.

Ten Broeke noemt de bescherming door de Duitse militairen „cruciaal”. Maar hij denkt dat er wel een oplossing wordt gevonden als het Duitse voornemen doorgaat. Er zijn „heel veel smaken om aan een dergelijk probleem het hoofd te bieden”.

Joël Voordwind van de ChristenUnie noemt het vertrek van de Duitsers „een ontbindende voorwaarde” waardoor Nederland naar zijn mening eind 2013 uit Afghanistan zou moeten vertrekken. Volgens GroenLinks heeft Duitsland vooraf gegarandeerd dat zij militaire bescherming aan de Nederlanders bieden. Het kabinet moet de regering in Berlijn daarop aanspreken, vindt de partij.

Het ministerie van Defensie moet nog bezien wat de gevolgen zijn van een vertrek van de Duitsers. Nu al conclusies trekken is veel te vroeg. Tegen de Volkskrant zei commandant Roland de Jong van de missie in Kunduz: „Er worden nu verschillende scenario’s bekeken, maar ook wordt er op dit moment nadrukkelijk gekeken naar de optie om in 2013 te vertrekken.”

De politietrainingsmissie begon in juni 2011. Meer dan 540 Nederlanders zijn erbij betrokken. De missie kwam tot stand door een steun van VVD, CDA, ChristenUnie, D66 en GroenLinks. De PvdA was tegen de missie, maar heeft zich met de toetreding tot het kabinet-Rutte II achter de uitzending geschaard.

Onlangs kwam de missie in opspraak omdat tientallen door Nederland getrainde agenten tegen de afspraken in buiten de noordelijke provincie Kunduz actief zijn. Daarop besloot Defensie de opleiding van onderofficieren stil te leggen. De Afghaanse autoriteiten onderzoeken hoe het zover heeft kunnen komen dat de agenten buiten Kunduz zijn geplaatst.