Amnesty: mensenrechten geschonden in zuiden Jemen
SANAA (AP) — Al-Qaida heeft 'gruwelijke' mensenrechtenschendingen begaan in de zestien maanden dat de islamitische terreurbeweging de dienst uitmaakte in het zuiden van Jemen. Dat zegt Amnesty International, dat onder meer de onthoofding van een veronderstelde tovenares, de kruisiging van een verdachte spion en de amputatie van de hand van een van diefstal beschuldigde man heeft gedocumenteerd.
Het met Al-Qaida op het Arabisch Schiereiland gelieerde Ansar al-Shariah had tussen februari 2011 en juni 2012 delen van het zuiden van Jemen in handen. De rechtenschendingen die het beging resulteerden in ‘een mensenrechtencatastrofe’, zegt Amnesty. Ook de Jemenitische overheid maakte zich volgens Amnesty schuldig aan grove schendingen.
De militanten veroverden Zinjibar, de hoofdstad van de kustprovincie Abyan, terwijl Jemen in de greep was van een volksopstand tegen de toenmalige president Ali Abdullah Saleh. Ze kregen ook verschillende omliggende plaatsen in handen. Om het gebied te besturen zetten ze commissies op, waarvan de uitspraken en straffen door de mediatak van Al-Qaida zelf werden vastgelegd op video. Amnesty vatte ze samen in een bijna tien minuten durende video bij het rapport.
De beelden tonen een man die aan een menigte het afgesneden hoofd toont van een vrouw die was beschuldigd van tovenarij. Ook is de publieke amputatie van de linkerhand van een veronderstelde dief te zien in Jaar. Zonder proces en zonder dat hem vooraf werd verteld welke straf hij zou ondergaan, werd de man na een injectie wakker en ontdekte hij dat zijn hand er af was. Verder toont Amnesty beelden van het opgezwollen lijk van een man die is gedood en op een plein aan een kruis is gespijkerd.
Winkels moesten vijf keer per dag sluiten tijdens de gebeden. Een vrouw vertelde Amnesty dat mannen door militanten van Ansar al-Shariah de toegang tot haar winkel werd ontzegd. „Ik hield de deur open, dus hingen ze er een gordijn voor zodat niemand mij zou zien.” Vrouwen moesten niet alleen hun gelaat bedekken, zoals in Jemen traditie is, maar ook hun ogen. In mei ging de groep in drie dorpen over tot de vernieling van graven en gedenkstenen.
Na het gedwongen aftreden van Saleh wist het Jemenitische leger met steun van Amerikaanse militaire adviseurs en financiële hulp van Saudi-Arabië het gebied terug te veroveren. In het offensief maakten luchtaanvallen en artillerie- en mortierbeschietingen veel slachtoffers onder burgers, onder wie kinderen. Amnesty sluit niet uit dat sommige aanvallen werden uitgevoerd door onbemande Amerikaanse vliegtuigen.