„Vroege diagnose dementie belangrijk”
Met de vergrijzing van de samenleving groeit het aantal patiënten met dementie, de bekendste ouderdomsziekte. Vroegtijdige signalering geeft geen genezing, maar kan wel vertraging van het proces opleveren.
Bijna iedereen heeft wel eens last van een ‘geheugenlaatje’ dat niet open wil. Meestal is het een tijdelijk probleem, soms wordt het erger. Tot schrik van hen die het overkomt. Raken de hersenen aangetast door dementie? Voor 65-plussers met geheugenproblemen heeft Ziekenhuis Gelderse Vallei al zo’n vijftien jaar een speciale polikliniek. Vorig jaar werd die uitgebreid met een unit voor mensen jonger dan 65.
De patiënten komen eerst bij een van de vier geriaters, die een leidende rol hebben. Ze werken nauw samen met andere specialisten. „Dementie is primair een ziekte van de hersenen, maar blijft daartoe niet toe beperkt”, verklaart geriater André Janse (39), hoofd van de poli. „Vandaar dat we met vier disciplines werken: de geriater, de neuroloog, de klinisch psycholoog en een gespecialiseerd verpleegkundige. Die vier zijn ook betrokken bij het wekelijkse multidisciplinair overleg. Alle patiënten die op de geheugenpoli komen, worden dan besproken. We stellen de diagnose dementie nooit in ons eentje. Ook het onderzoeks- en behandelbeleid bepalen we gezamenlijk. De geriater voert de uitslaggesprekken, tenzij er sprake is van zeldzame neurologische afwijkingen.”
Breed opgeleid
De opzet van geheugenpoli’s verschilt per ziekenhuis. „Er zijn ziekenhuizen waar de klinisch geriater de geheugendiagnostiek doet, er zijn ziekenhuizen waar de neuroloog het doet, er zijn ziekenhuizen waar neuroloog en psychiater op dit gebied samenwerken, of de psychiater en de geriater. Alle denkbare combinaties komen voor. Er zijn heel veel spelers op dit terrein.”
De keuze die Ziekenhuis Gelderse Vallei maakte, ligt in de optiek van Janse het meest voor de hand. „Dementie beïnvloedt allerlei orgaansystemen en heeft gevolgen voor het functioneren in het dagelijks leven. Als klinisch geriater word je breed opgeleid. Veel breder dan een neuroloog, een psychiater en een psycholoog. Wij zijn meer generalisten. Door ons model wordt het voordeel daarvan gecombineerd met het belang van specialistische kennis van de neuroloog en de medisch psycholoog. We hebben ook goede contacten met de psychiaters. Die worden zo nodig op consultbasis ingeschakeld.”
De gespecialiseerd verpleegkundige brengt, vaak met familie erbij, de biografische gegevens van patiënten en hun functioneren in het dagelijks leven in kaart. „Hoe wonen ze, kunnen ze zichzelf nog verzorgen, is er hulp? Op dezelfde dag ziet de patiënt ook de geriater en de neuroloog. De geriater bepaalt of neuropsychologisch onderzoek nodig is. Daarvoor wordt dan een aparte afspraak gepland met de psycholoog. De neuroloog bepaalt of er een scan van de hersenen moet worden gemaakt.”
Vastgelopen
Elke week verwelkomt de poli gemiddeld tien nieuwe patiënten van wie er één jonger is dan 65 jaar. De voorgeschiedenis van de geheugenklachten zag Janse in de loop der jaren korter worden. „Steeds meer mensen zijn zich ervan bewust dat vergeetachtigheid niet bij een normale ouderdom hoort. Daardoor gaan ze eerder met deze klachten naar de huisarts. Ook omdat geleidelijk bekend wordt dat mensen met dementie door vroegtijdig ingrijpen langer zelfstandig kunnen blijven. Belangrijk is dat ze hun beperkingen erkennen en op basis daarvan bepaalde zaken uit handen geven.”
Veel patiënten van de geheugenpoli voor 65-minners zijn door de klachten in hun werk vastgelopen. „Slechts bij zo’n 10 procent van deze mensen is er sprake van een beginnende dementie. Bij de rest zijn de geheugenproblemen het gevolg van sociale problematiek, psychiatrische ziekten, alcoholverslaving, een burn-out of diabetes. Die mensen verwijzen wij voor begeleiding naar de psycholoog, de psychiater of de internist.”
Beweging
Bij 46 procent van de 65-plussers die de geheugenpoli bezoeken, wordt dementie vastgesteld; 40 procent lijdt aan milde geheugenproblematiek, in jargon ”mild cognitive impairment” (MCI). „Ongeveer de helft van deze mensen ontwikkelt binnen vijf jaar een dementie. Een deel van de mensen met MCI krijgt ondersteunende begeleiding van een psycholoog, al dan niet binnen een groep van lotgenoten. Er zijn ook allerlei geheugentrainingen waaraan mensen kunnen deelnemen. Over het effect daarvan verschillen de meningen. Hard bewijs is er voor het nut van substantieel bewegen: minstens een halfuur per dag. Daarmee houd je je brein actief.”
Patiënten die een medicijnbehandeling gaan volgen, komen jaarlijks terug naar de poli. „Ook mensen met geheugenstoornissen zonder dat we dementie kunnen vaststellen, blijven we de eerste jaren volgen. De anderen verwijzen we terug naar de huisarts, met een zorgadvies.”
Tot nu toe werken de geheugenpoli’s in het land met verschillende criteria en protocollen. Zoals de meeste koos de Edese poli voor de CBO-richtlijn dementie. „Daarnaast zijn er nog wat andere richtlijnen, maar wij vinden die van het Centraal BegeleidingsOrgaan kwalitatief de beste. Onder patiënten hebben we een zeer goede naam. In de tevredenheidonderzoeken scoren we al jaren heel hoog.”
Onderzoek
In samenwerking met Wageningen Universiteit doet Janse onderzoek naar de relatie tussen voeding en het gebruik van meerdere medicijnen tegelijk.
„Die zogenaamde polyfarmacie kan grote effecten hebben op het gehalte van vitamines en mineralen.” Momenteel is de Edese arts samen met een promovendus van Wageningen Universiteit bezig met het opbouwen van een onderzoeksgroep. „De gegevens van alle nieuwe patiënten worden geanonimiseerd ingevoerd in een database.”
Door onderzoek te doen bij een grote patiëntenpopulatie hopen de onderzoekspartners te ontdekken of specifieke medicamenten een tekort aan bepaalde vitamines en mineralen veroorzaken.
„Zo’n tekort kan gevolgen hebben voor allerlei ouderdomsziektes, waaronder milde geheugenproblematiek. Er zijn aanwijzingen dat mensen ook hun geheugen langer stabiel houden wanneer ze gevarieerd en mediterraan eten: onverzadigde vetzuren, noten, groene groente, alcohol met mate. Ook vitamine B12 en foliumzuur lijken van belang. Als arts in een niet-academisch ziekenhuis ben je primair dokter. Dat maakt promoveren lastig, maar ik vind het wel heel leuk om betrokken te zijn bij wetenschappelijk onderzoek. Zeker voor een patiëntengroep die me ter harte gaat.”
Aantal patiënten met Alzheimer stijgt
De gemiddelde leeftijd van de westerse bevolking blijft stijgen. Naar verwachting ligt het aantal Nederlandse 65-plussers in 2025 op 3,6 miljoen. Een toenemend aantal wordt negentig of zelfs honderd. Daarmee neemt de kans op het ontwikkelen van dementie toe. Leeftijd is de belangrijkste risicofactor voor deze ziekte. Lijdt slechts 1 procent van de 60-jarigen eraan, bij 75-jarigen is dat 7 procent, bij 85-jarigen 30 procent. Momenteel hebben 235.000 Nederlanders dementie. Stichting Alzheimer Nederland verwacht dat dit aantal in 2050 zal zijn gestegen tot een half miljoen. Van de dementiepatiënten heeft 70 procent de ziekte van Alzheimer. Bij de overige 30 procent is er sprake van andere oorzaken, waaronder de ziekte van Parkinson.
Geheugenpoli
Ziekenhuis Gelderse Vallei, Ede