Volgens Ypma zorgt het voorstel er nu nog voor dat gemeenten straks last hebben van de regels. Zo is het bijvoorbeeld lastig om een gezin dat hulp nodig heeft één coördinerende hulpverlener toe te wijzen, iets wat VVD en PvdA in het regeerakkoord wel afspraken.

Het is voor gezinnen, maar ook voor de hulpverleners, beter als één persoon de zorg regisseert, vindt Ypma. Ze deed als wethouder in Woerden een eigen onderzoekje, waaruit bleek dat gezinnen tussen de 9 en 17 hulpverleners over de vloer kregen. „Zij zien door de bomen het bos niet meer.”

Bovendien is het voor al die hulpverleners frustrerend, omdat veel langs elkaar heen wordt gewerkt en omdat het lastig is om informatie uit te wisselen. „Ze zien dat er van alles mis is, maar ze mogen maar een klein stukje van het probleem oplossen”, aldus de PvdA-politica.

De hulp en de financiën zijn volgens Ypma te veel versnipperd. Omdat gemeenten vanaf 2015 verantwoordelijk worden voor de jeugdzorg, is dit hét moment voor fundamentele veranderingen, stelt ze. Er liggen „enorme kansen” voor verbeteringen.

Ypma heeft er vertrouwen in dat Van Rijn het wetsvoorstel gaat aanpassen. Ze hoopt dat de staatssecretaris ook bereid is om gemeenten de komende tijd al proeven te laten doen met het nieuwe systeem van één zorgregisseur.

De Tweede Kamer overlegt maandag met Van Rijn over de jeugdzorg.