Israël heft onder meer invoerrechten op goederen die bestemd zijn voor de Palestijnse gebieden die het ‘bezet’ houdt en draagt de opbrengst vervolgens over aan de Palestijnse Autoriteit. Dat geld is goed voor een groot deel van de totale inkomsten van het Palestijnse gezag. Dat betaalt er onder meer ambtenarensalarissen van. In november gaat het om bijna 93 miljoen euro.

Minister van Financiën Yuval Steinitz en premier Benjamin Netanyahu maakten het besluit zondag bekend, meldden Israëlische media. Het geld wordt in beslag genomen en volgens de Israëlische regering gebruikt om een Palestijnse schuld aan het Israëlische elektriciteitsbedrijf af te betalen.

Het ingewikkelde belastingsysteem is vastgelegd in de Oslo-akkoorden die Israël en de Palestijnen in 1993 sloten. Israël bevriest de overdracht van de gelden echter geregeld als strafmaatregel. Dat gebeurde onder meer vorig jaar, toen Fatah van president Mahmoud Abbas een akkoord sloot met de radicale beweging Hamas in de Gazastrook.

Israël liet vrijdag ook weten dat het 3000 huizen gaat bouwen voor kolonisten op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem. Dat was ook een reactie op de erkenning van Palestina. De uitbreiding van de Joodse nederzettingen is het grootste obstakel voor de hervatting van de vredesbesprekingen die inmiddels jaren stilliggen.