„Brandweer moet beter oefenen”
Brandweermensen moeten vaker realistisch oefenen met vuur, hitte en rook. Daardoor worden zij zich meer bewust van de risico’s die aan hun vak verbonden zijn.
Dat is een van de conclusies in het onderzoeksrapport over de brand in de Koningkerk in Haarlem op zondag 23 maart. Daarbij kwamen drie brandweermensen om het leven. Zij raakten bedolven onder een instortende muur. Het onderzoek is gedaan door de regionaal commandant van de brandweer Haaglanden in opdracht van het gemeentebestuur van Haarlem.
Volgens het rapport is de dood van de drie brandweermensen niet te wijten aan eigen of andermans schuld. „Zij zijn het slachtoffer geworden van risico’s die aan het vak van brandweermens kleven. Deze risico’s worden nog onvoldoende onderkend, onderzocht en van aanbevelingen voorzien. Wetenschappelijke belangstelling voor incidentbestrijding staat nog in de kinderschoenen, terwijl zich in de afgelopen dertien jaar 23 dodelijke ongevallen onder brandweermensen hebben voorgedaan.”
Het realistisch opleiden van brandweerpersoneel is gebrekkig georganiseerd en er is een fors verschil in vaardigheden tussen beroeps- en vrijwillige brandweermensen, aldus het rapport. Om dat verschil te verkleinen, moeten vrijwilligers vaker de kans krijgen te oefenen. Dat doen zij nu slechts één keer per jaar. Probleem is het geringe aantal locaties in Nederland waar geoefend kan worden met vuur, hitte en rook.
Het rapport pleit voor helderder procedures, betere communicatie en strakkere afspraken bij de brandweer. Zo kon de regionaal officier van dienst bij de brand in de Koningkerk twee keer de meldkamer niet bereiken. Ook wist hij niet hoeveel vrijwilligers er aan het werk waren en wat zij precies deden. Vrijwilligers waarschuwden op eigen houtje collega’s en familieleden en gebruikten daarvoor hun eigen mobiele telefoon.
De brand in de Haarlemse Koningkerk was een zeer felle, aldus het rapport. „Brandweermensen hebben een hels vuur gezien. Zelfs de meest ervaren personeelsleden zeggen dit nimmer zo heftig te hebben meegemaakt: er wordt gesproken van een bijna wit vuur met een enorme stralingshitte. Na het instorten van het puntdak van de kerk breekt volkomen onverwacht kort hierna de kerkmuur aan de zijkant af, tot verrassing van alle aanwezigen. Onmiddellijk na het afbreken van de kerkmuur is de inzet gericht op de eventuele redding van de bedolven brandweermensen. Daarbij zijn bijna bovenmenselijke inspanningen geleverd.”