Stichting wil inzage in interviews Volendam
Stichting Volendams Behoud in Volendam wil dat prof. A. Ringeling de verslagen van zijn onderzoek naar de bestuurscultuur in Volendam openbaar maakt. De wetenschapper, verbonden aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, weigert. De stichting brengt de zaak daarom voor de rechter.
Ringeling onderzocht in 2001 voor de commissie-Alders de bestuurscultuur in Volendam. Zijn analyse, gebaseerd op interviews met 28 mensen in het openbaar bestuur en maatschappelijke organisaties in de gemeente Edam-Volendam, maakte deel uit van de eindrapportage van de commissie-Alders. Die deed in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onderzoek naar de brand in café De Hemel. Hierdoor kwamen op 1 januari 2001 veertien jongeren om het leven en raakten een paar honderd jongeren gewond.
Ringeling stelde in zijn rapportage dat de bestuurscultuur in Volendam in sterke mate werd gekenmerkt door vervlechting van de lokale samenleving met het openbaar bestuur. Dat zorgde volgens hem voor grote problemen bij de handhaving en werkte gedoogsituaties in de hand.
Stichting Volendams Behoud is nog steeds verbolgen over de teneur van Ringelings rapportage. „Het is verschrikkelijk zoals de Volendamse gemeenschap daarin door het slijk wordt gehaald”, stelt secretaris J. Veerman (geen familie van café-eigenaar Jan Veerman). „Wij willen weten wie van de ondervraagden wat heeft gezegd. Mensen hebben keiharde leugens verkondigd om hun eigen straatje schoon te vegen. Als gevolg daarvan zijn anderen beschadigd.”
Ringeling peinst er niet over de gespreksverslagen ter beschikking van de stichting te stellen. Volgens hem heeft zijn onderzoeksteam vertrouwelijkheid toegezegd. Los daarvan is het meeste van wat is gezegd terug te vinden in zijn rapportage, zo stelt Ringeling.
Stichting Volendams Behoud -die zich het behoud van het Volendamse cultuurhistorisch erfgoed ten doel stelt- heeft bij Binnenlandse Zaken via een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) vergeefs geprobeerd de verslagen van Ringeling op te eisen. Naar aanleiding van de weigering van het ministerie heeft de stichting een procedure aangespannen bij de rechtbank in Alkmaar, die op 12 november dient.
Volgens een woordvoerder van het ministerie is het verzoek van de stichting doorgestuurd aan Ringeling. De gevraagde gegevens zijn volgens hem werkmateriaal van wetenschappelijke aard die nooit bij de commissie-Alders zijn beland en om die reden na het onderzoek niet zijn overgedragen aan het ministerie. „De stichting is bij het ministerie aan het verkeerde adres. Dat hebben we bij de afwijzing van het WOB-verzoek al laten weten. De advocaat zal hetzelfde in november bij de rechter doen.”