Voorzitter VN-klimaattop Doha flink onder vuur
De VN-klimaattop in Doha in Qatar staat onder forse kritiek. Niet alleen wordt de top, die maandag begon, georganiseerd in een oliestaat; critici leggen er ook de vinger bij dat die wordt voorgezeten door een voormalig topman van de OPEC – de Organisatie van Olie Producerende Landen. Volgende week vrijdag moet de top eindigen met een akkoord.
Qatar presteert op klimaatgebied het slechtst van de hele wereld: het land heeft met 55,4 ton CO2 per inwoner de hoogste ecologische voetafdruk, bijna tien keer het wereldwijde gemiddelde.
Als klap op de vuurpijl zal Abdullah bin Hamad al-Attiyah, vicepremier van Qatar, de klimaatonderhandelingen tot een goed einde moeten brengen. Het doel is een ambitieus verdrag dat de opwarming van het klimaat tot 2 graden Celsius beperkt.
Milieugroepen noemen het voorzitterschap van Attiyah een aanfluiting. In 2008 won hij nog de Petroleum Executive of the Year Award voor zijn verdiensten ten bate van de olieproducerende landen. Amper een week geleden sprak hij zich nog enthousiast uit over fossiele brandstoffen. Hij noemde de exploitatie van schaliegas „goed nieuws.”
Volgens milieuclubs moet de wereld af van olie en gas. Analisten zijn echter weinig hoopvol gestemd over de uitkomst van de top.