Herdenking 400ste sterfdag Menso Alting in Martinikerk
GRONINGEN – „Het klassieke avondmaalsformulier dat ter voorbereiding van de viering van het heilig avondmaal in veel reformatorische kerken vandaag de dag nog wordt gelezen, mag worden gezien als een directe erfenis van het werk van Menso Alting (1541-1612).”
Dat zei dr. Egge Knol, conservator van het Gronings Museum, woensdagavond tijdens een herdenkingsbijeenkomst in de Groningse Martinikerk. De bijeenkomst werd gehouden vanwege het 400ste sterfjaar van „de reformator van Groningen en Drenthe.”
De historische Martinikerk was door het organiserend comité niet zonder reden uitgekozen, legde ds. A. H. Driest, gereformeerd vrijgemaakt predikant te Groningen, uit aan de tachtig aanwezigen. „De Martinikerk was de plek waar Menso Alting, op verzoek van zijn goede vriend Willem Lodewijk, graaf van Nassau, in 1594 de dankdienst leidde naar aanleiding van de bevrijding van Groningen. Een gedenksteen aan de zuidzijde van de Martinikerk herinnert nog steeds aan deze dienst.”
Historicus dr. Harm Veldman ging tijdens de eerste lezing van de avond in op geloofsontwikkeling van Menso Alting. Onder de titel ”Van pastoor tot pastor” liet de historicus zien hoe Menso Alting zich van klassiek rooms-katholiek ontwikkelde tot dé voorvechter van de Reformatie in Noord-Nederland. De voedingsbodem voor zijn latere overgang naar het protestantisme moet volgens dr. Veldman worden gezocht in zijn bezoek aan de Latijnse school, dat een christelijk-humanistisch karakter droeg. „Tijdens zijn latere theologiestudie wordt Alting overtuigd van de juistheid van de uitleg van de Romeinenbrief van Luther. Na het afronden van zijn studie in Heidelberg, waar zojuist de Heidelbergse Catechismus is verschenen, komt Alting –na in Groningen en in Duitsland te hebben gewerkt– terecht in de vluchtelingen gemeente van Emden.”
Dr. Knol ging in op de betekenis van het werk van Menso Alting voor de stad Groningen. „Eén van zijn verdiensten is het uitwerken van een nieuwe kerkorde, die hij mee had genomen uit Emden. Daarnaast zette Menso Alting zich in voor goed christelijk onderwijs en de organisatie van de diaconie. Het werk van Menso Alting is de oorsprong voor het calvinisme in Groningen.”
Dr. Albert Buursma, die promoveerde op het thema van armoede en armenzorg in Groningen tussen 1594 en 1795, haakte hier in zijn lezing op aan. Hij liet zien hoe Menso Alting de zorg voor de armen vorm gaf door middel van het aanstellen van diakenen. „In Emden waren veel vluchtelingen, zodat hij al veel ervaring had opgedaan. Die ervaring bracht hij mee naar Groningen.”
Ds. Driest vroeg de sprekers aan het einde van de avond naar de relevantie van het werk van Menso Alting voor de dag van nu. Dr. Veldman zag die vooral in de manier waarop Alting de stad Emden, „het Geneve van het noorden”, tot een samenleving maakte waar het Woord van God iets te zeggen had. Dr. Knol wees op het voor die dagen bijzondere gegeven dat de kerk zelf haar predikanten mochten kiezen. Dr. Buursma verwachtte dat door de economische crisis de taak van de diaconie –die momenteel vrijwel volledig door de overheid is overgenomen– weer veel groter en belangrijker zal worden.
Tussen de lezingen door speelde Stef Tuinstra, organist van de Nieuwe Kerk in Groningen, werken van Jan Pietersz Sweelinck (1562-1621) – Nederlands componist en tijdgenoot van Menso Alting.
De herdenkingsdienst van woensdagavond is onderdeel van drie evenementen over het leven en werk van Menso Alting. Op 30 januari 2013 zal er in Groningen nog een symposium worden georganiseerd, waar een documentaire van de leerlingen van het ROC Menso Alting zal worden vertoond. Op 9 maart 2013 zal er vanuit Groningen een excursie worden gehouden in de richting van Emden, waar een tentoonstelling over hem te zien zal zijn.