Economie

Omstreden outletcenter in grassig grensgebied Bleizo

In het grassige grensgebied tussen Zoetermeer en Bleiswijk willen bestuurders een ”merkendorp” realiseren. Dit tot onvrede van winkeliers. Statenfracties zijn verdeeld over de kwestie, waarin PVV en SGP/CU komende maand het machtswoord hebben.

Marcel ten Broeke

28 November 2012 20:49Gewijzigd op 15 November 2020 00:31
Winkeliers in de omgeving maken zich zorgen over de mogelijke en omstreden komst van het vierde merken-outletcentre in Nederland. Dat zou moeten komen op een braakliggend stuk grond op het grensgebied tussen Zoetermeer en Bleiswijk. Foto RD, Henk Visscher
Winkeliers in de omgeving maken zich zorgen over de mogelijke en omstreden komst van het vierde merken-outletcentre in Nederland. Dat zou moeten komen op een braakliggend stuk grond op het grensgebied tussen Zoetermeer en Bleiswijk. Foto RD, Henk Visscher

Op veel winkelruiten in de onlangs heringerichte Bleiswijkse Dorpsstraat hangt een poster waarop een grote pil prijkt. ”Een bittere pil”, luidt het opschrift, waarmee gedoeld wordt op de mogelijke komst in de regio van het vierde outletcenter van Nederland.

Want als het ligt aan de gemeenteraden van Zoetermeer en Lansingerland (de fusiegemeente die Bleiswijk, Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs in 2007 verbond), opent in 2016 op hun grond zo’n heus merkendorp zijn deuren.

Exacte locatie is het grensgebied tussen beide gemeenten, ingeklemd tussen de snelweg A12 en de hogesnelheidslijn, waar nog niet zo lang geleden nog weilanden waren, maar nu braakland en fabrieks- en kantoorpanden elkaar afwisselen; het zogeheten Bleizoterrein.

Gedeputeerde Staten van Zuid Holland gaven deze maand een goedkeurende klap op de plannen voor het Factory Outlet Center Bleizo. Op een totaal van zo’n 20.000 vierkante meter winkelvloer moeten straks grote designermerken hun oude collecties en andere afdankertjes tegen kleine prijzen van de hand doen. Bleizo zou daarmee het vierde outletcenter van Nederland worden, na Lelystad, Roermond en Roosendaal, die al bekend zijn met een dergelijk concept van verschillende fabriekswinkels onder één dak.

In een tijd waarin de bouwsector op zijn gat ligt en de werkloosheid rap oploopt, willen ontwikkelaars Foruminvest en Stable International 80 miljoen euro spenderen aan een project dat in hun ogen het succesvolste outletcenter in Nederland zal opleveren, goed voor pakweg 4 miljoen bezoekers per jaar én de creatie van 700 banen.

Behalve het outletcenter staan er meer initiatieven op stapel voor het Bleizogebied. Zo circuleren er plannen om hier Adventure World te vestigen. Dit grootste overdekte attractiepark van Europa, dat de vorm moet krijgen van een groene rogvis, zou goed zijn voor nog eens 500 extra banen. Daarnaast meldden bouwconcern Dura Vermeer, technologiebedrijf Siemens en ingenieurs- en adviesbureau Royal HaskoningDHV vorige week plannen te hebben voor de bouw van een innovatief ”sportcentrum” in Bleizo, TranSportium geheten. Tenminste, als de bouw van het merkendorp doorgaat.

De Zoetermeerse burgemeester Aptroot riep daarom Provinciale Staten van Zuid-Holland vorige week ertoe op om als regio „zo’n unieke kans” niet te laten schieten. „Pakken we de weg omhoog, of glijden we naar beneden? Kiezen we voor nieuwe banen, of voor extra uitkeringen?” hield het voormalige VVD-Kamerlid de Statenfracties tijdens een commissievergadering voor.

Contrast

Het enthousiasme van Aptroot staat in schril contrast met de scepsis bij de Bleiswijkse winkeliers. „Het centrum sterft”, klinkt het met gevoel voor dramatiek, achterop hun ‘pillenposter’.

Ze vrezen dat er tegenover al die extra banen in Bleizo, juist werkgelegenheid bij hén op de tocht komt te staan. De komst van het outletcenter zou voor veel winkeliers de nekslag kunnen betekenen in een tijd waarin het toch al een kwestie is van overleven en de leegstand haast met de dag toeneemt.

Bleiswijk is overigens niet de enige gemeente waar winkeliers de komst van het outletcenter met angst en beven tegemoet zien. Ook detaillisten in onder meer Gouda, Boskoop, Waddinxveen, Zoetermeer en zelfs in Den Haag en Rotterdam vrezen de komst van het nieuwe megawinkelcentrum.

„Al die winkeliers zijn heus geen mietjes”, zegt Cees Dicke, secretaris van de winkeliersvereniging in Bleiswijk, waar zijn vrouw een winkel runt (De Mistrik) in woonaccessoires . „De crisis, internetverkoop: dat zijn autonome ontwikkelingen waar je als ondernemer nu eenmaal mee te kampen hebt. Maar de bouw van een megalomaan winkelcentrum in een weiland, midden in een gebied waar al enorm veel winkels zijn, zorgt voor een portie oneerlijke concurrentie daarbovenop.”

Oneerlijk omdat volgens Dicke de voorwaarden die Gedeputeerde Staten deze maand stelden voor de komst van het merkendorp nooit gehandhaafd kunnen worden. Zo wil het provinciebestuur, om de omliggende detailhandel niet te kannibaliseren, dat ten minste de helft van de winkels in Bleizo straks bestaat uit designermerken uit „het hoogste segment.”

Dicke: „De praktijk leert echter dat juist die merken zich de eerste jaren helemaal nog niet willen vestigen in zo’n factoryoutlet. Dat betekent dus óf leegstand, óf dat het een gewoon winkelcentrum wordt dat zich nauwelijks zal onderscheiden van wat er in omliggende gemeenten al te koop is. Maar dat betekent óók dat wij kapotgaan, wat tot verpaupering leidt in dorpen en binnensteden.”

Door met dergelijke „onhaalbare voorwaarden” toch groen licht te geven, worden winkeliers bedrogen, meent Dicke, die stelt dat het voor de detailhandel moeilijk vechten is nu de „propagandatrein rond Bleizo is voorgereden” en er steeds meer grote projecten aan de komst van het outletcenter (zoals Adventure World en TranSportium) worden vastgeknoopt.

Volgens Dicke allemaal vanuit de vurige wens van lokale politici om in het gebied een NS-station te kunnen realiseren. „Daarop is álles gericht. Dat station moet van Bleizo een vervoersknooppunt maken tussen Zoetermeer, Rotterdam en Den Haag, wat in de visie van bestuurders weer bedrijvigheid en ander voordeel trekt. Voor dat prestigeobject moet alles wijken. Ook de belangen van winkeliers.”

Daarnaast speelt er volgens Dicke een flinke portie financiële nood mee, doordat met name Berkel en Rodenrijs in de achterliggende jaren veel geld heeft uitgegeven aan dure grond voor grootschalige bouwprojecten, waarvan door de crisis maar weinig is gerealiseerd, terwijl de rente op de leningen voor die grond wel iedere maand moet worden overgemaakt.

Het niet doorgaan van de plannen met Bleizo zou een nieuwe financiële aderlating betekenen voor de al kwakkelende gemeente Lansingerland.

Zondagsopening

Dat Lansingerland er financieel niet rooskleurig voorstaat, wordt niet ontkend door fractievoorzitter Nieuwlaat van de plaatselijke ChristenUnie. Zijn partij stemde vorig jaar, samen met coalitiepartners VVD en Leefbaar 3B, in met de vestiging van het merkendorp in de gemeente.

Hoewel er al flinke investeringen zijn gedaan, zal de schade van het afblazen van de Bleizoplannen die situatie er niet veel slechter op maken, stelt Nieuwlaat. „Want dan maken we er, zoals aanvankelijk was bedoeld, gewoon bedrijventerrein van. Al ligt dat in de huidige markt inderdaad vrij lastig.”

Dat de CU in 2011 instemde met de komst van het outletcenter kwam de partij destijds op felle kritiek te staan van met name het CDA. Dat verweet de partij van Nieuwlaat „een van haar kostbaarste principes los te hebben gelaten” door met de goedkeuring voor het merkendorp –dat vooral op zaterdag en zondag publiek zal trekken– impliciet ook vóór zondagsopening te stemmen.

Nieuwlaat erkent dat dit voor zijn fractie „een lastig dilemma” is geweest waarover de meningen verschilden. Uiteindelijk besloot de fractie groen licht te geven vanuit de gedachte dat het bezoeken van een outletcenter ook gezien kon worden als een vorm van „ontspanning” in plaats van puur als „shoppen.”

Nieuwlaat: „De zondagsopening van de plaatselijke supermarkt wisten we daarnaast terug te draaien. In zekere zin kun je dus stellen dat de zondagsrust in de dorpskernen gehandhaafd blijft.”

Hoofdrol

Behalve voor de CU-fractie in Lansingerland, lijkt er de komende weken opnieuw een hoofdrol te zijn weggelegd voor de kleine christelijke partijen, alleen dan in de Provinciale Staten. Die stemmen op 12 december definitief over de vraag of er wel of niet toestemming gegeven kan worden voor de komst van het outletcentrum langs de snelweg.

Vorige week bleek al dat de coalitie in de Staten van Zuid-Holland ernstig verdeeld is over de kwestie. D66 en VVD zijn vóór, maar PvdA en SP zijn juist felle tegenstanders van „nieuwe winkels in een weiland.” Ook het grootste deel van de oppositie liet weten de plannen te willen torpederen, omdat ze zouden indruisen tegen de provinciale visie om vooral in bestaande kernen te investeren. Alleen de fracties van PVV en SGP/CU hielden hun kruit opvallend droog, hoewel SGP-Statenlid Van Dieren tegenover deze krant laat weten „behoorlijk kritisch” tegenover de plannen te staan.

Mocht een van die fracties op 12 december in de Staten een nee laten horen, dan vreest de politiek in Lansingerland een domino-effect: het niet doorgaan van het outletcenter kan óók de komst van het felbegeerde NS-station ondermijnen en daarmee ook de komst van Adventure World, het TranSportium en het hele idee van een vervoersknooppunt in rook doen opgaan.

De Bleiswijkse winkeliers zullen er echter geen traan om laten. Dicke. „Dat station verbinden aan een outletcenter was sowieso al onzinnig: uit onderzoek blijkt dat 95 procent van de bezoekers met de auto komt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer