Zeeuwse wijnhoeve goed voor 50.000 flessen witte wijn
DREISCHOR – De tijd dat de druiven met blote voeten werden getreden in een wijnpersbak is al lang verleden tijd. Op de Zeeuwse wijnhoeve De Kleine Schorre gaat de druivenoogst met een heftruck de druivenpers in. De smaak van de wijn is er niet minder om.
Directeur Johan van de Velde (29) is enthousiast over zijn wijnboerderij. „Van de kleine 200 wijnboerderijen in Nederland zijn wij tot nu toe de grootste, al wordt er momenteel een grotere aangeplant.”
Maar kunnen de traditionele wijnboeren in Duitsland en Frankrijk dat niet veel beter, met hun hellingen en warmere klimaat? Dat valt mee, legt Van de Velde uit. „Een wijnstok gedijt het best op een zuidelijke helling, maar langs de Duitse Moezel heb je vooral veel oostelijke en westelijke hellingen. Terwijl wij hier op het vlakke land de wijnstokken altijd gunstig kunnen aanplanten.”
Er zijn nog meer voordelen. „In Zeeland hebben we relatief veel zon en op deze locatie zit er veel kalk in de grond. We hebben dankzij het zeeklimaat minder nachtvorst en in Dreischor hagelt het nooit.”
In Zeeland is Van de Velde een van de vijf wijnboeren. Op De Kleine Schorre kunnen dezelfde druivensoorten groeien als in het Moezelgebied en de Elzas in Frankrijk. Het aantal druivenrassen dat het in Nederland goed doet, is echter beperkt. Op De Kleine Schorre is bij de start in 2001 gekozen voor vier rassen, de pinot gris, pinot blanc, auxerrois en rivaner. „Deze soorten zijn goed te combineren met Zeeuwse specialiteiten zoals mossels, oesters, Oosterscheldekreeft en platvis”, aldus de wijnboer. Op zo’n 10 hectare grond waar eerst spruitjes groeiden, zijn in totaal ruim 40.000 wijnstokken geplant.
Werk genoeg dus. Werk dat Van de Velde vooral samen met zijn vriendin doet. Behalve in de oogsttijd. Dan zijn er zo’n vijftien dagen lang, verspreid over de maand oktober, dagelijks dertig tot veertig vrijwilligers druiven aan het plukken. Helemaal voor niets hoeven ze dat niet te doen, want per dag krijgen ze twee flessen wijn en na de oogst worden ze getrakteerd op een mosselfeest. „Het voordeel van vrijwilligers is dat ze enthousiast en gemotiveerd zijn. We hebben een lijst waarop 250 vrijwilligers staan, en dan nog is er een wachtlijst”, weet Van de Velde.
Voordat er geoogst kan worden, is er veel ander werk te doen in de wijngaard. Snoeien, aanbinden van stokken, wegknippen van doorschietende scheuten, trossen uitdunnen en spuiten tegen schimmels vormen een groot deel van de overige werkzaamheden. „Per jaar gaan we ongeveer twintig keer door de wijngaard. Dat kost zo’n 7000 manuren.”
Als de druiven geplukt zijn, begint het werk in de wijnkelder. Van de Velde leidt zijn bezoek graag even rond in de kelder, waar een doordringende gistlucht hangt. Vooraan staat een moderne wijnpersbak van roestvrij staal, waar de druiven met de heftruck in gestort worden. In de pers worden de druiven met behulp van luchtdruk geperst. Daarna gaan vier soorten in roestvrij stalen opslagtanks. Eén soort wordt in houten vaten opgeslagen. „We voegen er gist aan toe, wat ervoor zorgt dat de suikers omgezet worden in alcohol en koolzuur”, zegt Van de Velde. Het vrijkomende koolzuur borrelt drie maanden lang dag en nacht door. Daarna volgen drie maanden van rijping, waarna in april de tijd aanbreekt om te bottelen. Dan verlaten 50.000 flessen Zeeuwse witte wijn de kelder.
Hoewel dat veel lijkt, is er meer vraag dan aanbod, zegt Van de Velde. „De KLM koopt 20.000 flessen per jaar. De wijn wordt geschonken in de businessclass. Ze zouden al onze wijn wel willen opkopen, maar dat doen we niet. We leveren ook graag aan horeca en slijterijen en verkopen onze wijn ook hier op het erf, in de landwinkel met streekproducten.”